De stelling van Pythagoras in het dagelijksleven

De stelling van Pythagoras in het dagelijksleven

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je voorbeelden uit het dagelijksleven geven waarin de stelling van Pythagoras wordt gebruikt.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat weet je al over de stelling van Pythagoras?

Wat is de stelling van Pythagoras?

De stelling van Pythagoras stelt dat in een rechthoekige driehoek de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk is aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.

Leg kort uit wat de stelling van Pythagoras is.

Voorbeeld 1: Ladder tegen de muur

Als je een ladder tegen de muur plaatst, kun je de afstand van de voet van de muur tot de ladder berekenen met behulp van de stelling van Pythagoras.

Geef een voorbeeld van de toepassing van de stelling van Pythagoras en leg kort uit hoe het werkt.

Voorbeeld 2: Diagonaal van een tv-scherm

Om de diagonale lengte van een tv-scherm te berekenen, kun je de stelling van Pythagoras gebruiken op de breedte en hoogte van het scherm.

Geef een ander voorbeeld van de toepassing van de stelling van Pythagoras en leg kort uit hoe het werkt.

Voorbeeld 3: Afstand tussen twee punten

De afstand tussen twee punten in een plat vlak kan worden berekend met behulp van de stelling van Pythagoras.

Geef nog een voorbeeld van de toepassing van de stelling van Pythagoras en leg kort uit hoe het werkt.

Interactieve oefening

Los de volgende oefening op: Een rechthoekige driehoek heeft zijden van 3 en 4. Wat is de lengte van de schuine zijde?

Laat de leerlingen de oefening oplossen en bespreek daarna het antwoord.

Zelfstandig oefenen

Zoek vijf voorbeelden in het dagelijksleven waarin de stelling van Pythagoras wordt gebruikt.

Laat de leerlingen individueel of in groepen werken aan deze opdracht.

Terugblik

Wat heb je vandaag geleerd over de stelling van Pythagoras?

Vraag de leerlingen om kort samen te vatten wat ze hebben geleerd in deze les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.