7.1 nieuwe ideeën over samenleven 22

7.1 Nieuwe ideeën over samenleven 


Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 Nieuwe ideeën over samenleven 


Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 1 - Tekstslide

welk hoofd zien we hier?  en wat verbergt zich achter de tekst?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.


28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Welk KA's  passen bij deze paragraaf?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
 
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
 
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Welk KA's  passen bij deze paragraaf?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

1. Je kunt het ontstaan van verlichte ideeën beschrijven en verklaren.

2. Je kunt meerdere verlichte ideeën benoemen en uitleggen, waaronder de trias politica en het sociaal contract. 

3. Je kunt verklaren waarom verlichte denkers belang hechtten aan onderwijs en de verspreiding van kennis.

4. Je kunt met voorbeelden uitleggen wat verlicht absolutisme inhoudt.



Vertel maar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met de 'ratio'?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor deze Verlichting is niets anders dan vrijheid vereist. En wel het meest onschadelijke van alles, wat slechts vrijheid mag heten, namelijk: de vrijheid om bij alles openbaar gebruik te maken van het verstand. Nu hoor ik echter van alle kanten roepen: “Denk niet zelf!” De officier zegt: “Niet denken, maar exerceren!” De belastingambtenaar zegt: “Niet denken, maar betalen!” De geestelijke zegt: “Niet denken, maar geloven!” Overal wordt hier de vrijheid ingeperkt. Maar welke inperking belemmert de Verlichting, en welke niet? En wat is er juist bevorderlijk voor? Mijn antwoord is: Het openbare gebruik van het verstand moet altijd vrij zijn. Alleen dat kan de Verlichting onder de mensen tot stand brengen.’

Uit: I. Kant, Wat is Verlichting? (1784).
Sapere aude : Durf te denken! (lt), Er was in de tijd van Kant blijkbaar moed nodig om te denken. Leg dit uit.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op de standenmaatschappij
In Frankrijk ontstond veel kritiek op de standenmaatschappij. Van links naar rechts zien we de adel, de geestelijkheid en de derde stand (boeren en burgers).Helemaal rechts staat Vrouwe Justitia, het symbool voor rechtvaardigheid. Het bijschrift van deze prent uit 1789 was: Deze keer kiest rechtvaardigheid de kant van de sterksten.
Wat wil de tekenaar van de prent van bron 6 duidelijk maken? Neem het bijschrift van de prent mee in je uitleg.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op de standenmaatschappij
In Frankrijk ontstond veel kritiek op de standenmaatschappij. Van links naar rechts zien we de adel, de geestelijkheid en de derde stand (boeren en burgers).Helemaal rechts staat Vrouwe Justitia, het symbool voor rechtvaardigheid. Het bijschrift van deze prent uit 1789 was: Deze keer kiest rechtvaardigheid de kant van de sterksten.
Wat wil de tekenaar van de prent van bron 6 duidelijk maken? Neem het bijschrift van de prent mee in je uitleg.


Hoe zou Rousseau oordelen over de standensamenleving?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op de standenmaatschappij
In Frankrijk ontstond veel kritiek op de standenmaatschappij. Van links naar rechts zien we de adel, de geestelijkheid en de derde stand (boeren en burgers).Helemaal rechts staat Vrouwe Justitia, het symbool voor rechtvaardigheid. Het bijschrift van deze prent uit 1789 was: Deze keer kiest rechtvaardigheid de kant van de sterksten.
Wat wil de tekenaar van de prent van bron 6 duidelijk maken? Neem het bijschrift van de prent mee in je uitleg.


Hoe zou Voltaire oordelen over de standensamenleving?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste ideeën van
deze verlichte filosofen?
Schrijf zoveel mogelijk op

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden zoveel filosofen geschreven hebben onder een pseudoniem?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt verlicht absolutisme in?
A
Het volk had geen inspraak in het bestuur, maar de vorst zorgde wel voor zijn volk.
B
De vorst werd afgezet.
C
De vorst heeft geen macht meer.
D
Er is een gekozen volksvertegenwoordiging aan de macht.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een goed geleide regering moet over een goed systeem beschikken. Alle maatregelen moeten doordacht zijn. Financiën, politiek en legerleiding moeten op eenzelfde doel aansturen: de versterking van de staat en de groei van zijn macht. Een systeem kan alleen uit één hoofd ontspringen, daarom moet er één heerser zijn. Hij heeft zonder twijfel helpers nodig. De uitwerking van de details zou te omvangrijk zijn voor hem. Maar hij moet een open oor hebben voor alle klachten, en hij moet recht doen aan hen die door verdrukking worden bedreigd.’

Uit: Frederik de Grote van Pruisen, Politiek Testament (1752).
Leg de uitspraak uit door van beide delen ervan een voorbeeld te geven uit de tekst of uit bron 8.
Frederik de Grote stelde: ‘Alles voor het volk, niets door het volk.’

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Catharina de Grote van Rusland liet een museum bouwen in Moskou. Waarom is dit een voorbeeld van verlicht absolutisme?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie dingen die je hebt geleerd

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vindt je nog lastig?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag
Maak de samenvatting bij par 7.1

Laat ruimte voor dingen die je lastig vindt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies