In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Beïnvloeden van gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhaling basisstof 3
Uitleg basisstof 4
Opdrachten maken
Quiz
Slide 2 - Tekstslide
Hoe noemen we de studie naar gedrag?
Slide 3 - Open vraag
Welke groep vertoont geen gedrag?
A
Mensen
B
Planten
C
Dieren
D
Honden
Slide 4 - Quizvraag
Wel gedrag
Geen gedrag
blozen
honger hebben
zweten
kwispelen
iets horen
rennen
miauwen
Slide 5 - Sleepvraag
Wat betekend objectief?
A
Je mening geven
B
Je houden aan de feiten
C
Een object bekijken
D
Objectieven gebruiken
Slide 6 - Quizvraag
Hoe beschrijf je 'kwispelen met de staart van een hond' objectief?
A
hij is blij
B
de hond beweegt de staart heen en weer
C
de hond beweegt de staart op en neer
D
hij is agressief
Slide 7 - Quizvraag
Leerdoel
Je kunt verklaren dat gedrag deels erfelijk is bepaald.
Je kunt leerprocessen herkennen en de functie daarvan uitleggen.
Slide 8 - Tekstslide
Gedrag
Alles wat een mens of dier doet
soms erfelijk bepaald
erfelijke factor (genen)
Slide 9 - Tekstslide
Gedrag
combinatie van:
erfelijke factoren leerprocessen
aangeboren gedrag aangeleerd gedrag
Bij dieren ook wel
het instinct genoemd
Slide 10 - Tekstslide
Aangeboren gedrag
Trappelen Kievit Zuigreflex baby
Slide 11 - Tekstslide
Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Slide 12 - Tekstslide
Aanleiding gedrag
Gedrag is vaak gevolg van bepaalde prikkels.
Prikkels die altijd leiden tot bepaald gedrag zijn sleutelprikkels.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Sleutelprikkel
Prikkel die een bepalende rol speelt bij het veroorzaken van gedrag
Slide 15 - Tekstslide
Supranormale prikkel
Supranormale prikkel = prikkel die sterker respons veroorzaakt dan de normale sleutelprikkel
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Inprenting
Trial and error
Conditionering
Gewenning
Slide 19 - Tekstslide
Leerproces: inprenting
Een korte periode (de gevoelige periode) waarin bepaalt gedrag wordt geleerd.
Bijvoorbeeld het herkennen van je ouders.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Inprenting
Trial and error
Conditionering
Gewenning
Slide 22 - Tekstslide
Leerproces: conditionering
Aanleren van gedrag door een beloning of straf.
nieuw verband wordt aangeleerd
nieuw gedrag wordt aangeleerd
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Inprenting
Trial and error
Conditionering
Gewenning
Slide 25 - Tekstslide
Leerproces: trial and error
Proefondervindelijk leren:
leren door toevallige ontdekkingen.
Thorndikes Puzzle box
Zebrarups eet Sint Jakobskruid.
Vogels vinden hem niet lekker
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Inzicht
Sommige dieren zijn in staat om inzichtelijk te leren
Bij inzichtelijk leren worden ervaringen in het verleden gebruikt om een oplossing te vinden voor een nieuwe situatie
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Inprenting
Trial and error
Conditionering
Gewenning
Slide 31 - Tekstslide
Leerproces: gewenning
Een reactie op een prikkel wordt aan- of afgeleerd door de prikkel te herhalen.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Imitatie
Veel dieren leren bepaald gedrag door hun ouders/soortgenoten na te doen.
Gedrag leren door het nabootsen van anderen noemen we imitatie
Slide 34 - Tekstslide
Aan de slag!
Opdracht 42 t/m 54
Slide 35 - Tekstslide
Een dolfijn luidt in een dolfinarium een bel.
A
conditionering
B
inprenting
C
trial and error
D
gewenning
Slide 36 - Quizvraag
Een muis probeert voor het eerst de uitgang van een doolhof te vinden. Hij loopt enkele keren verkeerd, maar uiteindelijk vindt hij de uitgang. De volgende keren gaat het steeds sneller.
A
conditionering
B
inprenting
C
trial and error
D
inzicht
Slide 37 - Quizvraag
Mensen die langs een spoorlijn wonen, merken vaak niet mee dat er een trein voorbijkomt.
A
conditionering
B
inprenting
C
trial and error
D
gewenning
Slide 38 - Quizvraag
Een hongerige kikker eet een wesp op en wordt gestoken. Voortaan laat hij alle geel-zwarte insecten met rust.