domein I H2

Rellen: Wie gaat dat betalen?
De hoogste straf - acht maanden cel, waarvan vier voorwaardelijk - ging naar Eindhovenaar Jeremy de G., die op het moment van de rellen net vier dagen achttien jaar oud was. Hij gooide niet alleen met stenen naar de politie, maar was urenlang in de stad en betrokken bij het ondersteboven gooien en vernielen van een auto van ProRail. Om die reden moet hij ook rond de 18.000 euro schadevergoeding betalen aan het leasebedrijf.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rellen: Wie gaat dat betalen?
De hoogste straf - acht maanden cel, waarvan vier voorwaardelijk - ging naar Eindhovenaar Jeremy de G., die op het moment van de rellen net vier dagen achttien jaar oud was. Hij gooide niet alleen met stenen naar de politie, maar was urenlang in de stad en betrokken bij het ondersteboven gooien en vernielen van een auto van ProRail. Om die reden moet hij ook rond de 18.000 euro schadevergoeding betalen aan het leasebedrijf.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor geaggregeerde vraag?

Slide 3 - Open vraag

Is de vraag naar tomaten een voorbeeld van een collectieve of een geaggregeerde vraag?
A
Collectieve vraag
B
Geaggregeerde vraag

Slide 4 - Quizvraag

De korte termijn geaggregeerde aanbod lijn is
A
horizontaal
B
verticaal

Slide 5 - Quizvraag

De lange termijn geaggregeerde aanbod lijn is
A
horizontaal
B
verticaal

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Waardoor verschuift de vraagcurve?

Slide 8 - Tekstslide


Een toename van het consumenten- en producentenvertrouwen leidt tot een toename van de geaggregeerde vraag.



A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

In de grafiek zie je bij de groene 1 en rode 2 dat de EV curve naar rechts verschuift. Wat zijn mogelijke oorzaken?
A
De belastingen dalen
B
Het consumenten-vertrouwen daalt
C
De geldhoeveelheid stijgt
D
De overheidsbestedingen dalen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

gevolg verschuiving GV/EV?

Stel, er is sprake van een verschuiving van de GV naar rechts op korte termijn.  Dan gebeurt er het volgende:
1) Op korte termijn: prijzen zijn rigide, dus de korte termijn geaggregeerde aanbodcurve (KTGA) loopt horizontaal. Dus Y neemt toe.

Slide 12 - Tekstslide

Gevolg verschuiving GV?
Stel er is sprake van een verschuiving van de GV naar rechts en we kijken naar de aanbodlijn op L.T.

2) Op Lange termijn wordt de natuur-
lijke productieomvang bereikt en
komt er dus een hoger prijsniveau
= inflatie 

Slide 13 - Tekstslide

Welke factor bepaalt de hoogte van de natuurlijke productieomvang?
A
geaggregeerde vraag
B
geaggregeerde aanbod
C
kwaliteit en kwantiteit productiefactoren

Slide 14 - Quizvraag

In de figuur is de geaggregeerde aanbodcurve en vraagcurve (V1) van een land gegeven (zie bron).
Twee beweringen hierover.
I. Als de geaggregeerde vraag zal dalen van V1 naar V2, zullen productie en werkgelegenheid dalen en de prijzen gelijk blijven.
II. De hier getoonde geaggregeerde aanbodcurve geldt voor de korte termijn.

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 15 - Quizvraag

Eens stelling: Een stijging van de prijzen van de productiefactoren leidt er toe dat het geaggregeerde aanbod op korte termijn daalt
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Vorige vraag: de aanbodlijn verschuift naar links

Slide 17 - Tekstslide