Hoofdstuk 25 - Geen mooie kleren

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Hoofdstuk 25 - Geen mooie kleren

Lezen

Lees de tekst. 

Ken je een woord niet? Zoek het op!

Zoek niet de hele zin op! 

Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate. 

Schrijf nieuwe woorden op! 

Lees de tekst

Het is zaterdagochtend. 

Paula staat in de slaapkamer. 

Ze kijkt in de kast met kleren. 

Ze pakt haar rode jurk. 
Mijn paellajurk! lacht ze. 

Ze kijkt in de spiegel. 

Hmm.... nee, denkt ze, niet leuk voor het restaurant. 

Waar staat Paula?

1. achter de klerenkast
2. naast de klerenkast
3. voor de klerenkast
4. tussen de klerenkast

Wat is een paellajurk?

1. Een jurk van rijst
2. De jurk die Paula aan had toen ze paella at
3. Een Spaanse jurk

kleding

Paula draagt de rode jurk naar het restaurant

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

Ze legt de jurk op het bed. 

Paula pakt nu een zwarte broek en een witte bloes. 

Nee, denkt ze, zwart en wit is niet leuk voor het restaurant. 

Ze legt de broek en de bloes ook op het bed. 

Paula pakt een grijze rok en een rood vest. 

En een witte broek en een paarse trui. 

Maar ze vindt de kleren allemaal niet leuk. 

Welke kleuren lees je?

Wat is een bloes?

1. 
2. 
3. 

Is Paula blij met de kleren?

1. ja
2. nee

Welke kleren lees je?

Paula weet niet welke kleren ze naar het restaurant wil dragen.

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

Ik ga naar de stad, denkt Paula. 

Ik heb nieuwe kleren nodig. 

Paul kijkt ook in zijn kledingkast. 

Hij wil nette kleren aan naar het restaurant. 

Hij denkt: mijn spijkerbroek is kapot. 

En mijn t-shirt is oud. 

Wat gaat Paula doen in de stad?

1. Boodschappen kopen
2. Naar het restaurant
3. Kleren kopen

Welke kleren wil Paul aan?

1. Mooie
2. Schone
3. Nette
4. Nieuwe

Paul heeft nette kleren

1. waar
2. niet waar

Welke kleren lees je?

Lees de tekst

Paul gaat naar de stad. 

Hij gaat een nieuwe spijkerbroek kopen. 

En een mooi wit overhemd. 

Paul en Paula gaan samen naar de stad.

1. waar
2. niet waar