Hoofdstuk 29 - Een jurk met een gat

Hoofdstuk 29 - Een jurk met een gat 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 29 - Een jurk met een gat 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Lees de tekst.
Ken je een woord niet? Zoek het op!
Zoek niet de hele zin op!
Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate.
Schrijf nieuwe woorden op! 

Slide 2 - Tekstslide

Lees de tekst
Paula is weer thuis. 
Ze heeft haar witte jurk aan. 
En ze draagt haar armband. 
Ze is blij met haar nieuwe kleren. 
Maar wat is dat?
Is de jurk kapot?
Paula kijkt nog een keer naar de jurk. 

Slide 3 - Tekstslide

Paula draagt haar nieuwe ketting
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Paula is vrolijk
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Is de jurk kapot?
Wat is het hele werkwoord?

Slide 6 - Open vraag

Lees de tekst
Ja, de jurk heeft een gat! 
'O nee!' roept ze boos. 
'Een gat in mijn nieuwe jurk!
 Paula is niet meer blij.
Wat moet ze nu doen? 
Paula denkt: ik ga terug naar de winkel. 
Ik wil de jurk ruilen! 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is er kapot aan de jurk van Paula?
A
B
C

Slide 8 - Quizvraag

Paula blijft vrolijk
A
waar
B
niet waar
C

Slide 9 - Quizvraag

Paula wil de jurk snel ruilen
A
waar
B
niet waar
C

Slide 10 - Quizvraag

Lees de tekst
Ze doet de jurk snel in een tas en ze pakt de bon. 
Maar is de winkel nog open?
Paula kijkt op haar horloge. 
Het is kwart over zes. 
De winkel is al dicht! 

Slide 11 - Tekstslide

Paula vergeet de bon
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De winkel is gesloten
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Paula is net op tijd
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe laat is het? Schrijf de digitale tijd.

Slide 15 - Open vraag

Lees de tekst
Het is kwart voor zeven. 
Paula loopt naar het restaurant. 
Ze heeft haar rode jurk aan. 
Haar rode paellajurk. 

Slide 16 - Tekstslide

Paula draagt haar nieuwe jurk
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Paula gaat op de fiets naar het restaurant
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag