4.4 terug naar 100% + 4.5 Procenten en factor

Welkom bij wiskunde! 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
Terugblik paragraaf 2 + 3
Lesdoelen
Uitleg paragraaf 4.4
Aan het werk
Uitleg paragraaf 4.5
Aan het werk
Lesafsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

bereken de BTW van €91 de BTW is 21%
A
€21
B
€17,36
C
€15,79
D
€18,35

Slide 3 - Quizvraag

is de Consumentenprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief

Slide 4 - Quizvraag

Een boek kost exclusief BTW €18,-. De btw is 21%. Wat is de prijs inclusief btw?
A
€ 21,78
B
€ 14,22
C
€ 3,78
D
€ 85,71

Slide 5 - Quizvraag

Vandaag is het "zwarte woensdag.
Op alle artikelen geldt een korting van 25%.
Voor een jas van 67,50 betaal je nu
De btw op kleding bedraagt 9%.
Je betaalt dus              belasting.
De nieuwe prijs exxclusief btw is
50,63
46,45
4,18
48,67
51,56

Slide 6 - Sleepvraag

getallen
procenten
we moet nu de btw bij een prijs rekenen.
zodat we de verkoopprijs krijgen.
bereken hoe duur de printer word als er 21% btw bij komt.
de printer kost 69,99 exclusief btw.
121%
84,58
1
100%
0,6999
69,99

Slide 7 - Sleepvraag

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

- kun je de prijs exclusief BTW berekenen
- kun je de prijs van voor de prijsverhoging berekenen. 



Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 4.4
Vorige les zagen we dat als je de originele prijs hebt en je daar de BTW bij op telt, je een percentage van meer dan 100% krijgt. 

Dit kun je dus ook terugrekenen...

Daarbij is de totale prijs bv 121% en ga je terug rekenen naar 100%

Slide 9 - Tekstslide

paragraaf 4.4
Maak daarvoor eerst een verhoudingstabel:

Prijs
169,-
1,3967
139,67
Procenten
121
1
100
:121
:121
x 100
x 100

Slide 10 - Tekstslide

Een broodje kost inclusief BTW €2,50.
De btw is 9%. Wat is de prijs exclusief
btw?
A
€ 2,72
B
€ 2,06
C
€ 2,36
D
€ 2,29

Slide 11 - Quizvraag

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken: 4.4 opdracht 25 tot en met 32 blz. 144, 145, 146


Let op!
Sluit de les niet af!
Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Slide 12 - Tekstslide

 Zelfstandig aan het werk


  • Nakijken / maken: 4.3
  • Maken: 4.4 opdracht 25 tot en met 32 blz. 144, 145, 146


Let op!
Sluit de les niet af!
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

- Kun je een percentage omzetten in een decimaal getal
- kun je rekenen met een factor


Slide 14 - Tekstslide

paragraaf 4.5
We weten al dat percentage per 100 betekent. 
Je kunt een percentage dus ook opschrijven als een breuk

28% =          = 0,28

Dus 28 % van €197 =>  0,28 x €197 = € 55,16
Dat decimaal getal, noem je ook wel een factor
10028

Slide 15 - Tekstslide

paragraaf 4.5
Als je prijsverhoging hebt van 17 % , dan kun je de nieuwe prijs dus uitrekenen met zo'n factor. 

De nieuwe prijs is totaal 117 % (100% + 17%) =>       

Als de originele prijs € 45,-  was, dan wordt de nieuwe prijs:
€45,- x 1,17 = € 52,65
100117=1,17

Slide 16 - Tekstslide

paragraaf 4.5
Als je korting krijgt, gaat dat op dezelfde manier. Als je een korting krijgt van 15 %, dan is de nieuwe prijs dus 85% van het origineel (100 %- 15 %= 85 %) 

Als de originele prijs €59,99 was, dan is de nieuwe prijs nu:
€59,99 x 0,85 = € 50,99

10085=0,85

Slide 17 - Tekstslide

Volgend jaar stijgen de prijzen van benzine met 12 procent. Wat is de factor?
A
1,12
B
0,112
C
112
D
1,012

Slide 18 - Quizvraag

Met welke factor kan ik de oude prijs vermenigvuldigen als er van de oude prijs 25 procent korting afgaat
A
0,25
B
1,25
C
-0,25
D
0,75

Slide 19 - Quizvraag

De korting wordt berekend met de factor 0,70. Hoeveel procent korting krijg je dan?
A
30 % korting
B
70 % korting
C
7 % korting
D
weet ik niet

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel procent komt erbij als je met de factor 1,35 vermenigvuldigt?
A
65%
B
0,35 %
C
35 %
D
0, 65 %

Slide 21 - Quizvraag

wat is de factor?
A
0,3
B
1,3
C
0,7
D
1,7

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 0,93?
A
93% erbij
B
93% eraf
C
7% erbij
D
7% eraf

Slide 23 - Quizvraag

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken: 4.5 opdracht 33 tot en met 41 blz. 148, 149, 150


Let op!
Sluit de les niet af!
Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Slide 24 - Tekstslide

 Zelfstandig aan het werk


  • Nakijken / maken: 4.2
  • Maken: 4.5 opdracht 33 tot en met 41 blz. 148, 149, 150


Let op!
Sluit de les niet af!
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Lesafsluiting
Bepaalde producten worden 34 % duurder. 
Welke factor kan ik gebruiken om de nieuwe prijs uit te rekenen?

Slide 26 - Tekstslide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide