Kapitel 5 Schule und Schüler Woche 4

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Kapitel 5 Schule und Schüler

Was machen wir heute?

1. PO uitleg

2. Grammatik 19.3 + 20.3

3. Plauderecke 16.1 

4. Hören 17.2

5. Rätsel 17.4 

Grammatik Wiederholung (herhaling) 

DER kan je vervangen door ER (hij)

DIE kan je vervangen door SIE (zij)

DAS kan je vervangen door ES (het)

Das Baby

1. er
2. sie
3. es

Tim und Joey

1. er
2. sie
3. es

Sein Bruder

1. er
2. sie
3. es

EEN = EIN of EINE

EEN wordt vertaald naar ein of eine

ein = mannelijk en onzijdig

eine = vrouwelijk

(krijgt dus een -e) 

GEEN = KEIN of KEINE

GEEN wordt vertaald naar kein of keine

kein = mannelijk en onzijdig

keine = vrouwelijk

(krijgt dus een -e) 

Oma

1. ein
2. eine

(een) Buch

1. Ein
2. Eine

(geen) Rose

1. kein
2. keine

Rangtelwoorden

2 t/m 19

getal + te

vierte, achte

vanaf 20

getal + ste

zwanzigste, einundzwanzigste

Uitzonderingen

erste = eerste

dritte = derde

achte = achtste

siebte = zevende

tweede

1. zweite
2. zweitte

derde

1. dritte
2. dreite

eerste

1. erste
2. einste

24

1. vierundzwanzigte
2. vierundzwanzigste

S. 54 Uhrzeiten Aufgabe 11.2

Twee woorden voor uur: Stunde en Uhr.

Uhr = kloktijden: es ist zwei Uhr.

Stunde = andere gevallen.

Hij heeft een uur gewacht: er hat eine Stunde gewartet. 

S. 54 Uhrzeiten Aufgabe 11.2

Het is drie uur: es ist drei Uhr

Het is half drie: es ist halb drei

Het is kwart over drie: es ist Viertel nach drei.

Het is kwart voor vier: Es ist Viertel vor vier.

Es ist viertel nach sieben

1. het is kwart voor zeven
2. het is kwart over zeven

Es ist Viertel vor neun

1. het is kwart over negen
2. het is kwart voor negen

het is tien uur

1. Es ist acht Stunde
2. Es ist neun Uhr
3. Es ist zehn Stunde
4. Es ist zehn Uhr

Wat zijn modalwerkwoorden? 

Een modaal werkwoord wordt ook wel een modaal hulpwerkwoord genoemd. Het geeft namelijk een toevoeging aan het werkwoord zelf. Zoals zullen (een waarschijnlijkheid), moeten (noodzakelijkheid), kunnen (een kans), willen (een wens of behoefte) en hoeven (geen noodzakelijkheid).

Aufgabe 19.3 Grammatik 

S. 67

dürfen (mogen, toestemming hebben)

ich darf (ik mag)

du darfst (jij mag)

er/sie/es darf (hij/zij/het mag)

Wir dürfen (wij mogen)

Ihr dürft (jullie mogen)

Sie/sie dürfen (zij mogen)

Bijv. Darf ich auf die Toilette gehen? 

können: kunnen

ich kann

du kannst

er kann

wir können

ihr könnt

sie können

bijv. Er kann das Auto morgen waschen

mögen

(houden van, lusten)

ich mag

du magst

er/sie/es mag

stam - en, regel feesttenten toepassen)

wir mögen

ihr mögt

Sie/sie mögen

Bijv. Er mag Eis. 

Regel

Het beste kan je deze werkwoorden uit je hoofd leren.

1. Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin?

ich, du, er/sie/ es

Wichtig! 

naam/dingen/ dieren kan je vervangen door er/sie/es

2 namen = hele werkwoord

Frau of Herr kan je vervangen door Sie, dus hele werkwoord gebruiken! 

19.3 Grammatik S. 67

Er (dürfen) abends nie alleine in die stadt gehen.

1. darf
2. darfst
3. dürften
4. dürft

Mathe (mögen) ich gerne

1. mag
2. magst
3. mögen
4. mögt

(mögen) du Mathe?

1. mag
2. magst
3. mögen
4. mögt

Frau Winkler (können) das gut erklären.

1. kann
2. kannst
3. können
4. könnt

Wir (dürfen) kein Wort sagen

1. darf
2. darfst
3. dürfen
4. dürft

Nathalie (können) gut lernen, sie hat immer gute Note.

1. kann
2. kannst
3. können
4. könnt

(können) ihr morgen auch kommen?

1. kann
2. kannst
3. können
4. könnt

PO Uitleg 

WAT: De opdracht is heel eenvoudig: Het onderwerp van de vlog mag 1 van de thema’s zijn die we dit jaar tot nu toe hebben behandeld. Je kunt dus uit Kapitel 1 t/m 5 het onderwerp kiezen. 

VLOG

HOE werkt het: Je verzint een script. Het script kun je gebruiken om je vlog te maken. Je kunt het ook door een tweede persoon laten filmen.

EISEN: Je zegt minimaal 5 zinnen in het Duits in je vlog. Daar word je op beoordeeld. Je kunt alle lesstof, woordenlijsten Plaudereckes van de afgelopen hoofdstukken gebruiken. De vlog duurt tussen de 2 en 3 minuten.

VLOG

FEEDBACK: Je kunt je script inleveren om te laten controleren, doe dit op tijd!

INLEVERDATUM: Na de meivakantie. Uiterste inleverdatum is maandag 25 mei. Begin op tijd en lever je vlog wetransfer.com in. Ik verheug me erop de vlogs te bekijken!

BEOORDELING

De opdracht wordt beoordeeld op drie verschillende onderdelen:

Creativiteit/originaliteit 4p

Uitspraak klinkt het Duits/ spreek je het vlot uit/ je leest niet voor 3p

Zinsbouw begrijp ik wat je zegt / gebruik je geen NL of Engelse woorden 3p

https://quizizz.com/join

JOIN QUIZZIZ

(eigen naam gebruiken) 

S. 63 Hören Aufgabe 17.2

Aufträge erteilen (opdrachten verdelen)

1. Eerst de vragen doorlezen.

2. Uit context begrijpen waar het overgaat. 

S. 64 Rätsel Aufgabe 17.4

Hoe noem je de voorwerpen in het Duits?

Zoek bij elke tekening het juiste woord. 

S. 62 Aufgabe 16.1 Plauderecke B

S. 23 TB

Zinnen vertalen, gebruik S. 22 TB

Hoe heet jouw school? Wie heißt deine Schule?

Schrijf het eronder, boven, links rechts. Maakt niet uit waar. 

Hausaufgaben

1. Grammatik 19.3 + 20.3

2. Plauderecke 16.1

3. Hören 17.2

4. Rätsel 17.4