Een kenmerk van het mvw is, dat
aan ook weggelaten kan worden, zonder dat de betekenis van de zin eronder lijdt.
1 De jongen vraagt informatie aan de man.
2 De jongen vraagt de man informatie.
pv = vraagt
o = de jongen
lv = informatie
mvw = aan de man (zin 1) / de man (zin 2)