Hoofdstuk 1 t/m 5.3

Herhaling hoofdstuk 1 t/m 5.3
Lesbrief Werk en Werkloosheid
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 1 t/m 5.3
Lesbrief Werk en Werkloosheid

Slide 1 - Tekstslide

Als de p/a-ratio 1,3 is, dan is de deeltijdfactor (…1….) en dan heb je (….2….) mensen nodig om 10 fulltime banen in te vullen.
A
1 = 0,70 en 2 = 13
B
1 = 0,77 en 2 = 13
C
1 = 0,30 en 2 = 8
D
1 = 13 en 2 = 0,70

Slide 2 - Quizvraag

Arbeidsmigratie kan leiden tot het verlies van menselijk kapitaal in het land van herkomst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

In een land is de i/a-ratio 65. De werkgelegenheid bedraagt 8,5 miljoen arbeidsjaren.

Het aantal uitkeringsontvangers (in volledige uitkeringsjaren) is dan ...
A
1,155 miljoen
B
8,667 miljoen
C
4,875 miljoen
D
5,525 miljoen

Slide 4 - Quizvraag

In de krant staat het bericht dat een autofabriek 2.500 van de 28.000 banen schrapt, omdat de vraag naar auto’s door een economische crisis is teruggevallen. Hierdoor stijgt de….
A
frictiewerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
conjuncturele werkloosheid
D
natuurlijke werkloosheid.

Slide 5 - Quizvraag

Het probleem van een hoge i/a-ratio is dat werkenden een steeds lagere premie moeten betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Van land M zijn een aantal gegevens verzameld, zie bron.

In welk jaar of welke jaren stegen de loonkosten per product?
A
Alleen in 2018
B
In 2018 en 2020
C
In 2019 en 2020
D
In 2018, 2020 en 2021

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke gebeurtenis zal de werkgelegenheid stijgen?
A
Een nieuwe uitvinding waardoor er ineens veel meer geproduceerd kan worden.
B
Een stijging van de productie, terwijl de arbeidsproductiviteit achterblijft.
C
Een stijging van de productie, doordat de arbeidsproductiviteit is toegenomen.
D
Een verplaatsing van de productie naar lagelonenlanden.

Slide 8 - Quizvraag

Het gemiddelde inkomen van een werknemer bedraagt € 35.000 per jaar.
De gemiddelde uitkering bedraagt € 20.000 per jaar.
Er zijn 10 miljoen werknemers en de i/a-ratio is 62

Het premiepercentage moet dan zijn ...
A
35,4%
B
38,0%.
C
42,9%
D
57,1%

Slide 9 - Quizvraag

Seizoenswerkloosheid is altijd tijdelijk, daarom valt het onder conjuncturele werkloosheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
Door grote loonverschillen tussen Oost-Europa en West-Europa bestaat er een risico op uitbuiting van gastarbeiders.
B
Migranten uit Oost-Europa verhuizen naar Nederland, omdat ze dan direct een uitkering krijgen die hoger is dan het minimumloon in eigen land.
C
Als de loonverschillen tussen landen kleiner worden, dan zal er meer verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvinden.
D
Het wettelijk minimumloon in Nederland is lager voor arbeidsmigranten dan voor Nederlanders.

Slide 11 - Quizvraag