2EM Dienstag, den 08. Oktober 2024 Kapitel 1 ICH

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dienstag, den 08. Oktober 2024
  • Willkommen
  • Nachsehen Aufgaben Woche 40
  • Lernziele
  • Lernliste abfragen
  • Sprechen
  • Sprachmittel
  • Großbuchstaben üben
  • Grammatik üben + Song
  • Hausaufgaben Woche 41
  • Zum Schluss

Slide 2 - Tekstslide

Aufgaben Woche 40 
Aufgabe 20 in deinem Heft (in je schrift).
Arbeitsblatt => Aufgabe 3

Slide 3 - Tekstslide

Lernziele
  • Je kunt het werkwoord sein toepassen.
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits.
  • Je kunt letters van het alfabet en klinkers goed uitspreken.
  • Je kunt vragen stellen en antwoord geven over persoonlijke gegevens.
  • Je weet wanneer je hoofdletters moet schrijven in het Duits.

Slide 4 - Tekstslide

A
  1. het e-mailadres
  2. uit
  3. waar
  4. zeventien
  5. het jaar
  6. Zwitserland
  7. schon
  8. lieben
  9. achttien
  10. waarvandaan
B
  1. de naam
  2. Nederland
  3. heten
  4. hoe
  5. zestien
  6. vijftien
  7. das gefällt mir
  8. die Leute
  9. wie
  10. zes
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Sprechen     Seiten  24-25
Aufgabe 16: Wörter nachsprechen => zusammen Hören

Aufgabe 17: Wörter Aussprechen
arbeitet zu zweit
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Sprachmittel   Seiten 25-27
Aufgabe 18: Sprachmittel vorbereiten
Wat zijn aandachtspunten voordat je gaat luisteren?

Aufgabe 19: Sprachmittel
  • Hören zusammen
  • Wat valt op? Wat zijn aandachtspunten?
  • Notiere in deinem Arbeitsbuch!
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Sprachmittel   Seiten 26-27
Aufgabe 21: Gespräch führen
  • Arbeitet zu zweit.
  • Wechselt auch die Rollen (wissel van rol)
  • Benutze die Sprachmittel

timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Großbuchstaben üben
  • Wanneer hoofdletters in het Duits? Wie weet het nog?

Hoofdletters (Großbuchstaben):
  • Begin van de zin.
  • Namen, woonplaatsen zoals in het Nederlands.
  • Zelfstandige naamwoorden => woorden waar je de/het/een voor kunt zetten.
Oefenen!!!!
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Grammatik üben
  • Das Verb sein üben.

Slide 11 - Tekstslide

Wiederholungsaufgaben 1  Seite177
Aufgabe 3: Personalpronomen ergänzen
  • Uitleg + maken
  • Klaar: Leren Sprachmittel Seite 26 + 31
  • Bespreken Aufgabe 3
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Hausaufgaben Woche 41
L Woordjes Seite 30 helemaal => kunnen schrijven woordje NL=>Duits!!!!
L Grammatik Seite 31 + aantekeningen schrift
L Persoonlijke voornaamwoorden Seite 31
L Sprachmittel Seite 26 + 31 (vertalen) + schrijven


M Arbeitsblatt Großbuchstaben 3 und 4
M Wiederholungsaufgaben 1: Aufgaben 1 und 2 Seite 176


Slide 13 - Tekstslide

Zum Schluss:
  • Wat hebben we vandaag gedaan?

Slide 14 - Tekstslide

Test Kapitel 1: ICH
Wat moet ik leren:
  • Aantekeningen in je schrift
  • Lernliste de naam t/m twintig => NL -> Duits  Seite 30
  • Lernliste A Sehen + C Lesen  => Duits -> NL  Seite 30
  • Grammatik: persoonlijke voornaamwoorden + werkwoord sein  Seite 31
  • Sprachmittel: Seite 26 + Seite 31

Slide 15 - Tekstslide

Jede Deutschstunde dabei!
Arbeitsbuch                               Heft                            ein gefülltes Etui                             Laptop +Ladekabel

Slide 16 - Tekstslide

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 195 Arbeitsbuch A   (bladzijde 195)
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg, noteren in je schrift

Slide 17 - Tekstslide

Notiere in deinem Heft!!
  • Hoofdletters: Begin vd zin, namen, woonplaatsen, landen enz. + zelfstandige naamwoorden = de/het/een-woorden.
  • Umlaut (puntjes/streepjes op letters ä ö ü) => hierdoor krijgt een klinker een andere uitspraak.
  • Eszet (ß) => wordt in Nederland ringel-s genoemd.
  • Eszet (ß) => uitspraak ss

Slide 18 - Tekstslide

Hoe leer je woordjes?
  1. Je leest de woorden eerst goed door.
  2. Daarna dek je de woorden af en oefent deze.
  3. Je dekt af en gaat nu in willekeurige volgorde de woorden op nieuw oefenen.
  4. Slim stampen - 1e optie keuze of StudyGo (StudyGo => uitspraak woorden!!)
  5. Wanneer je van alle woorden de betekenis weet => schrijven van woorden!!

Slide 19 - Tekstslide

Hoe leer je woordjes? Vervolg!
Schrijven van woorden:
  1. Afdekken en opschrijven.
  2. Afdekken en opschrijven in willekeurige volgorde.
  3. Fout geschreven? Dit woord op apart papiertje schrijven en dit woord daarna meerdere keren herhalen.
  4. Slim stampen/Study Go => invul/schrijfoptie.
  5. Leerlingen met dyslexie: Slim stampen / StudyGo => woorden beluisteren!!!



Slide 20 - Tekstslide

Wist je dat????
  • Schrijven van woorden beter is dan het typen van woorden!!
  • Je minimaal 7 keer herhalen moet, voordat het ook echt blijft hangen.
  • Wanneer je meerdere zintuigen tegelijk inzet je beter kunt onthouden?



Slide 21 - Tekstslide

Slim Stampen Online-lernen
Nodig: Laptop
  1. Ga naar SOM
  2. Naar leermiddelen
  3. Kies voor Duits
  4. Klik op het werkboek voor Duits
  5. Klik op Kapitel 1
  6. Uitleg door docent wat je hier allemaal kunt doen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video