2D Dienstag, den 01. Oktober 2024 Kapitel 1 ICH

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dienstag, den 01. Oktober 2024
  • Willkommen
  • Nachsehen Aufgaben Woche 39
  • Lernziele
  • Lernliste abfragen
  • Test Kapitel 1: ICH
  • Sprechen
  • Sprachmittel
  • Großbuchstaben üben
  • Hausaufgaben Woche 40
  • Zum Schluss

Slide 2 - Tekstslide

Aufgaben Woche 39 
M Aufgabe 12 Seite 23
M Arbeitsblatt werkwoord sein + Aufgaben 1 + 2
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Lernziele
  • Je kunt het werkwoord sein toepassen.
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits.
  • Je kunt letters van het alfabet en klinkers goed uitspreken.
  • Je kunt vragen stellen en antwoord geven over persoonlijke gegevens.

Slide 4 - Tekstslide

Lernliste:     Seite 30
Abfragen: helemaal
Spinner

Slide 5 - Tekstslide

Test Kapitel 1: ICH
Wat moet ik leren:
  • Aantekeningen in je schrift
  • Lernliste de naam t/m twintig => NL -> Duits  Seite 30
  • Lernliste A Sehen + C Lesen  => Duits -> NL  Seite 30
  • Grammatik: persoonlijke voornaamwoorden + werkwoord sein  Seite 31
  • Sprachmittel: Seite 26 + Seite 31

Slide 6 - Tekstslide

Sprechen     Seiten  24-25
Aufgabe 15: Aussprache
  • Hören => zusammen
  • Notiere in deinem Heft!

Aufgabe 16: Wörter nachsprechen => zusammen Hören

Aufgabe 17: Wörter Aussprechen
arbeitet zu zweit
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Sprachmittel   Seiten 25-27
Aufgabe 18: Sprachmittel vorbereiten
Wat zijn aandachtspunten voordat je gaat luisteren?

Aufgabe 19: Sprachmittel
  • Hören zusammen
  • Wat valt op? Wat zijn aandachtspunten?
  • Notiere in deinem Arbeitsbuch!
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Sprachmittel   Seiten 26-27
Aufgabe 21: Gespräch führen
  • Arbeitet zu zweit.
  • Wechselt auch die Rollen (wissel van rol)
  • Benutze die Sprachmittel

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Großbuchstaben üben
  • Wanneer hoofdletters in het Duits? Wie weet het nog?

Hoofdletters (Großbuchstaben):
  • Begin van de zin.
  • Namen, woonplaatsen zoals in het Nederlands.
  • Zelfstandige naamwoorden => woorden waar je de/het/een voor kunt zetten.
Oefenen!!!!
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hausaufgaben Woche 40
L Woordjes Seite 30 helemaal
L Lernliste de naam t/m twintig => schrijven!!!!
L Grammatik Seite 31 + aantekeningen schrift
L Sprachmittel Seite 26 + 31 (vertalen)

M Aufgabe 20 in deinem Heft (in je schrift). Wat moet je doen?
  • Je vertaalt de zinnen in het Duits.
  • Op iedere vertaalde zin geef je in het Duits antwoord en schrijft dit op. 
  • Hulpmiddel Seite 26/31: Sprachmittel
M Arbeitsblatt => Aufgabe 3

Slide 12 - Tekstslide

Zum Schluss:
  • Wat hebben we vandaag gedaan?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Jede Deutschstunde dabei!
Arbeitsbuch                               Heft                            ein gefülltes Etui                             Laptop +Ladekabel

Slide 15 - Tekstslide

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 195 Arbeitsbuch A   (bladzijde 195)
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg, noteren in je schrift

Slide 16 - Tekstslide

Notiere in deinem Heft!!
  • Hoofdletters: Begin vd zin, namen, woonplaatsen, landen enz. + zelfstandige naamwoorden = de/het/een-woorden.
  • Umlaut (puntjes/streepjes op letters ä ö ü) => hierdoor krijgt een klinker een andere uitspraak.
  • Eszet (ß) => wordt in Nederland ringel-s genoemd.
  • Eszet (ß) => uitspraak ss

Slide 17 - Tekstslide

Hoe leer je woordjes?
  1. Je leest de woorden eerst goed door.
  2. Daarna dek je de woorden af en oefent deze.
  3. Je dekt af en gaat nu in willekeurige volgorde de woorden op nieuw oefenen.
  4. Slim stampen - 1e optie keuze of StudyGo (StudyGo => uitspraak woorden!!)
  5. Wanneer je van alle woorden de betekenis weet => schrijven van woorden!!

Slide 18 - Tekstslide

Hoe leer je woordjes? Vervolg!
Schrijven van woorden:
  1. Afdekken en opschrijven.
  2. Afdekken en opschrijven in willekeurige volgorde.
  3. Fout geschreven? Dit woord op apart papiertje schrijven en dit woord daarna meerdere keren herhalen.
  4. Slim stampen/Study Go => invul/schrijfoptie.
  5. Leerlingen met dyslexie: Slim stampen / StudyGo => woorden beluisteren!!!



Slide 19 - Tekstslide

Wist je dat????
  • Schrijven van woorden beter is dan het typen van woorden!!
  • Je minimaal 7 keer herhalen moet, voordat het ook echt blijft hangen.
  • Wanneer je meerdere zintuigen tegelijk inzet je beter kunt onthouden?



Slide 20 - Tekstslide

Slim Stampen Online-lernen
Nodig: Laptop
  1. Ga naar SOM
  2. Naar leermiddelen
  3. Kies voor Duits
  4. Klik op het werkboek voor Duits
  5. Klik op Kapitel 1
  6. Uitleg door docent wat je hier allemaal kunt doen

Slide 21 - Tekstslide