oefenen geluid

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Geluidsbron
Een geluidsbron is iets wat zelf geluid maakt. 

Iets wat het geluid weerkaatst, is dus geen geluidsbron. 


Slide 2 - Tekstslide

Schadelijk?
Geluiden vanaf 80 decibel kunnen schadelijk zijn. 

Geluiden van 120 decibel kunnen je gehoor direct beschadigen. 

Hoe schadelijk geluiden tussen 80 en 120 decibel zijn hangt af van hoe vaak en hoe lang je er naar luistert. Een voorbeeld: geluid van 80 decibel kun je 8 uur per dag (of 40 uur per week) ‘veilig’ horen. 

Slide 3 - Tekstslide

Toon
De toon van een gitaar hangt van het volgende af:
- Dikte van de snaar
Dikker= lagere toon. Dunner= hogere toon. 
- Spanning van de snaar
Strakker= hoger, losser= lager. 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Gehoorgrens
De gehoorgrens bepaald welke tonen je kunt horen en welke niet. De gehoorgrens kun je weergeven in een audiogram. 

Als mensen ouder worden kunnen ze hogere tonen minder goed horen dan jongere mensen. 

Slide 6 - Tekstslide

Audiogram

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Gehoorbereik
Mensen en dieren verschillen in gehoorbereik. 

Veel dieren horen veel hogere tonen en lagere tonen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Wat is het symbool en de eenheid van Trillingstijd?
A
f met de eenheid kHz
B
T met de eenheid s
C
f met de eenheid Hz
D
T met de eenheid ms

Slide 13 - Quizvraag

Hoe werk je een rekenvraag uit?
1. Gegeven: alle gegevens die in de vraag staan met de goede grootheid en eenheid erbij. Bv: t=0,002s
2. Gevraagd: wat wil ik van je weten? Bv: f in Hz
3. Formule: de formule die je gaat gebruiken, die mag in woorden of in symbolen. Bv: f=1/t
4. Berekening: Hierbij neem je de formule over en vul je deze in. 
Bv: f=1/0,002s=500Hz
5. Antwoord: Hier geef je het antwoord met grootheid en eenheid. Bv: f=500Hz

Slide 14 - Tekstslide

Formule frequentie
Formule trillingstijd

Slide 15 - Tekstslide

Als de frequentie 440 Hz, dan is de trillingstijd?
A
0,00227 seconde
B
0,0227 seconde
C
0,000227 seconde
D
0,227 seconde

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de trillingstijd als de frequentie 150 hertz is?
A
0,00667 seconde
B
0,0667 seconde
C
150 seconde
D
1,5 seconde

Slide 17 - Quizvraag

Snelheid van het geluid in lucht
De snelheid van het geluid is 343 m/s. 

Dit spreek je uit als 343 meter per seconde. 

Voor elke seconde, legt het geluid dus 343 meter af. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Als er 4,5 seconde tussen de flits en de donder zit. Dan is het onweer ....km van je vandaan
A
1736 meter
B
1372 meter
C
1953 meter
D
1554 meter

Slide 20 - Quizvraag

Snelheid van geluid
In andere stoffen geeft een andere snelheid. De tussenstof is alleen anders. 

Geluid in water heeft bijvoorbeeld een snelheid van 1480 meter per seconde. 


Slide 21 - Tekstslide

Wat is de geluidsnelheid?
A
de snelheid waarmee je het beu bent om naar bepaalde muziek te luisteren
B
de snelheid van geluid door lucht
C
de snelheid van geluid door een tussenstof
D
een auto die net zo snel rijdt als zijn geluid

Slide 22 - Quizvraag