quiz Recovery

zorgvrager is op het hoofd gevallen.
Symptomen zijn: misselijkheid, hoofdpijn, bewustzijnsverlies, heldervocht uit de oren en een brilhematoom
Voor welk van de onderstaande ziektebeelden heb je hier een alarmsymptoom?
A
schedelfractuur dak
B
commotio cerebri
C
contusio cerebri
D
schedelbasisfractuur
1 / 49
volgende
Slide 1: Quizvraag
RecoveryBeroepsopleiding

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

zorgvrager is op het hoofd gevallen.
Symptomen zijn: misselijkheid, hoofdpijn, bewustzijnsverlies, heldervocht uit de oren en een brilhematoom
Voor welk van de onderstaande ziektebeelden heb je hier een alarmsymptoom?
A
schedelfractuur dak
B
commotio cerebri
C
contusio cerebri
D
schedelbasisfractuur

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand na een hersenbloeding een verlamming heeft aan zijn rechter arm, dan zat de bloeding..
A
In de linker hersenhelft
B
In de rechter hersenhelft

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Acute behandeling van een hersenbloeding bestaat uit het geven van bloedverdunners.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel hersenvliezen bevatten de hersenen?
A
2
B
5
C
1
D
3

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de hersenvliezen en het hersenvocht
A
Ze houden de hersenen zacht
B
Ze zijn een soort schokdemper voor je hersenen
C
Ze geven signalen door aan de hersenen
D
Ze zorgen ervoor dat je overeind kan blijven staan.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben ouderen meer kans op een subduraal hematoom?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Bloedvaten worden zwakker en gevoeliger.
B
Hersenen kunnen sneller gaan bloeden door stollingsproblemen.
C
Krimpen van hersenen, en daardoor meer druk op de vaten.
D
Hersenvliezen worden poreuzer bij het ouder worden.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde kom je je hersenvliezen tegen van buiten naar binnen?
A
zacht hersenvlies - hard hersenvlies - spinnenwebvlies
B
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies
C
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies - zacht hersenvlies
D
Hard hersenvlies - spinnenwebvlies - zacht hersenvlies

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ruggenmerg wordt omgeven door hersenvliezen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hersenvliesontsteking
We hebben3 hersenvliezen. Welke hoort er niet bij?
A
Harde hersenvlies
B
zachte hersenvlies
C
grote hersenvlies
D
spinnenwebvlies

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waar zit een subdurale bloeding?
A
boven het harde hersenvlies
B
onder het zachte hersenvlies
C
onder het harde hersenvlies
D
naast de hersenvliezen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een TURP is een ingreep aan de
A
Blaas
B
Ureter
C
Prostaat
D
Hoefijzernier

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er bij een TURP operatie?
A
Prostaat verkleinen dmv medicijnen
B
Via plasbuis stukje prostaat verwijderen
C
Via buikwand de gehele prostaat verwijderen
D
Via het perineum met een naald radioactief materiaal in de prostaat inbrengen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een total spinal word als eerst behandeld met?
A
Uitzetten van de pomp
B
Luchtweg management
C
Algehele narcose
D
Controles bewaken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van een uterus prolaps
A
Zwangerschap
B
Menopauze
C
Obstipatie
D
COPD

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom bepaal je de stand van de uterus
A
Om een fluxus te voorkomen?
B
Om te checken of de blaas vol is
C
Om te checken of de baarmoeder goed zakt en contraheert
D
Om te checken of iemand meer moet drinken

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een sectio caesarea controleer je de uterus
A
voorzichting rondom het sectio litteken
B
voel je de uterus niet dat is te pijnlijk
C
wordt dit gedaan door de verpleegkundige
D
Laat je de kraamvrouw dit zelf doen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sectio behoort tot de middelzware buikoperaties en is daarmee een gemakkelijke bevalling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is uterus atonie?
A
Slapte van de uterus
B
Ontsteking van de uterus

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een myoom is een benigne tumor in het spierweefsel in de uterus
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yara, 30 jaar, is 4 dagen geleden bevallen middels sectio van haar 1e kind. De sectio verliep ongecompliceerd. Ze is vandaag echter niet fit en er wordt een temperatuur gemeten van 38,5. Haar tensie is 120/70 mmHg, de pols 96/min. Ze heeft pijnstilling nodig i.v.m. pijn rond het litteken, het litteken ziet er wel rustig uit. De uterus involueert zoals verwacht. De lochia is normaal. Als je de overige klachten uitvraagt vind je behalve productief hoesten geen overige opvallendheden. Wat staat bovenaan je DD?
A
Wondinfectie
B
Endometritis
C
Pneumonie

Slide 20 - Quizvraag

Voor A pleit: pijn litteken. Tegen: litteken oogt rustig, hoogte van de koorts (tenzij het gaat om een dieper gelegen infectie of abces).
Voor B pleit: koorts, tachycardie, dag 4 postpartum. Tegen B pleit: geen drukpijn uterus maar meer rond litteken, involutie normaal en lochia normaal.
Voor C pleit: koorts, tachycardie, post sectio, pijn litteken waardoor hoesten zeer waarschijnlijk pijnlijk is en ze mogelijk minder diep hoest, hoesten.

Hoe herken je een heup fractuur?
A
het been is naar binnen of naar buiten gedraaid
B
been van de gebroken heup is dikker
C
het been met de gebroken heup lijkt verkort
D
de heup kan maar op één plek gebroken zijn

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort fractuur is dit?
A
Enkelvoudig fractuur
B
Meervoudig fractuur
C
Open fractuur
D
Gesloten fractuur

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor fractuur is dit?
A
Open fractuur
B
Gesloten fractuur
C
Enkelvoudig fractuur
D
Meervoudig fractuur

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zygoma
A
oogkas
B
jukbeen
C
schedel
D
kaakkopje

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Open fractuur
A
Een botbreuk met open verbinding met lucht
B
Een botbreuk die geopereerd moet worden
C
Uit de kom
D
Een open wond

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van een open fractuur?


A
Het bot steekt uit het weefsel
B
Het weefsel is intact gebleven.
C
Het weefsel is licht beschadigd.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een pathologische fractuur?
A
huid is hierbij intact
B
door een ziekte/trauma
C
door stress op het bot
D
bot is zichtbaar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Impressie fractuur=
A
Schedelbreuk
B
Heupbreuk

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bot nummer 5 is..
A
Scapula
B
Sternum
C
Clavicula
D
Mandibula

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen wij het botstuk wat rood gekleurd is?
A
os nasale
B
maxilla
C
mandibula
D
os nasale

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarin verschilt een spanningspneumothorax van een pneumothorax?
A
Bij een spanningspneumothorax hoopt zich ook bloed op
B
Bij een spanningspneumothorax speelt psychische stress een rol.
C
Bij een spanningspneumothorax kan er geen lucht ontsnappen.
D
Bij een spanningspneumothorax werkt een drain averechts.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent orbita?
A
hand
B
oogkas
C
voet
D
rib

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mandibula
A
Bovenkaak
B
Onderkaak
C
Bovenbeen
D
Onderbeen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oogkas
A
zygoma
B
orbita
C
maxilla
D
sinus

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meest optimale positie van een zwangere ten tijde van een reanimatie is:
A
Left lateral tilt
B
Rugligging
C
Trendelenburg

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de druk in de pleuraholte bij een spanningspneumothorax?
A
Deze wordt hoger
B
Deze wordt lager
C
Deze blijft hetzelfde
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De os clavicula is:
A
Het schouderblad
B
Het bovenbeen
C
Het sleutelbeen
D
De ruggengraat

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij reanimatie geef je:
A
30 borstcompressies en 5 beademingen
B
30 borstcompressies en 2 beademingen
C
25 borstcompressies en 2 beademingen
D
alleen borstcompressies

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De arterie radialis vind je in
A
de bovenarm
B
het onderbeen
C
het brein
D
de onderarm

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn symptomen van nierstenen?
A
Bloed in de urine
B
Pijn op de borst
C
Bewegingsdrang
D
Bradycardie

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lochia is ...
A
kraamzuivering, nabloeden tot ca 6 weken
B
baarmoederontsteking
C
blaasontsteking gerelateerd aan de bevalling
D
luchtweginfectie

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van bloedleegte is
A
Beter zich op operatiegebied
B
Wondinfecties voorkomen
C
Voorkomen van een nabloeding

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hernia?
A
Een uitpuilende zenuw die op een wervel drukt.
B
Een uitpuilende wervel die op een zenuw drukt.
C
Een uitpuilende kraakbeenschijf die op een zenuw drukt

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een complicatie die kan voorkomen na de operatie? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Infectie
B
Nabloeding
C
Koorts
D
Ontsteking van de wond

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgvrager heeft een auto ongeluk gehad. zij heeft nu koude voeten, daar is ook geen hartslag voelbaar in de enkels, de bloeddruk daalt en er begint zich een fors haematoom te vormen op de onderrug.

Welke van de onderstaande is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
miltruptuur
B
hartcontusie
C
leverruptuur
D
aortaruptuur

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een fluxus?
A
Niet vorderende uitdrijving
B
Een nabloeding
C
Loslaten van de placenta
D
Onverwachte stuitbevalling

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Hernia diafragmica?
A
middengatbreuk
B
nekwervelblokkade
C
slokdarmbreuk
D
middenrifbreuk

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke mogelijke complicaties bestaan er bij een reconstructie met DIEP-flap methode?
A
(deels) verlies lap, hevige pijn, wondproblemen
B
trombose, wondproblemen, hernia umbilicalis
C
trombose, (deels) verlies lap, wondproblemen
D
hevige pijn, hernia umbilicalis, trombose

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat AAAA voor
A
acuut aneurysma aorta abdominalis
B
aorta abdominalis aneurysma
C
acuut abdominalis aorta aneurysma
D
ik heb werkelijk geen idee

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies