Les 3 Etiketten

Etiketten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Vaktheorie bakkerijMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Etiketten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • De student weet wanneer etiketten gebruikt moeten worden. 
  • De student weet wat er wettelijk op een etiket vermeld moet worden. 
  • De student kan het belang van etikettering benoemen. 
  • De student kan aangeven wat allergenen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Centraal

Slide 3 - Tekstslide

Centraal

Slide 4 - Tekstslide

Centraal

Slide 5 - Tekstslide

Individueel openen

Slide 6 - Tekstslide

Individueel

Slide 7 - Tekstslide

Op welke producten is etikettering verplicht?
A
Op onverpakte producten
B
Op verse producten
C
Op verpakte producten

Slide 8 - Quizvraag

Individueel

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de verplichte volgorde van ingrediënten (grondstoffen)op een etiket?
A
De hoofdgrondstoffen boven in de lijst
B
De droge grondstoffen boven in de lijst
C
De zwaarste grondstof boven in de lijst

Slide 10 - Quizvraag

Als er suikers zijn toegevoegd welke niet blijken uit de naam, moet de fabrikant dit wel/niet vermelden in de ingrediëntenlijst.
A
wel
B
niet

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent "RI"
A
Je dagelijkse bijdrage van voedingsstoffen in 1 portie
B
Je dagelijkse bijdrage van voedingswaarde in 1 portie

Slide 12 - Quizvraag

Cholestorol verlaging
A
is een "voedingsclaim".
B
is een "gezondheidsclaim".

Slide 13 - Quizvraag

Individueel

Slide 14 - Tekstslide

De vermelding '---' staat op zeer bederfelijke voedingsmiddelen, zoals verse vis, gehakt, vlees, etc.
A
TGT
B
THT

Slide 15 - Quizvraag

Individueel

Slide 16 - Tekstslide

Aan welk logo op een etiket kun je zien of het voedsel duurzaam is geproduceerd?
A
OKE
B
KOE
C
OEK
D
EKO

Slide 17 - Quizvraag

Individueel

Slide 18 - Tekstslide

Hoe worden de stoffen genoemd die een overgevoeligheidsreacties kunnen veroorzaken?
A
Allergaren
B
Voedselintoleranten
C
Allergenen

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn sulfieten?
A
Verdikkingsmiddelen
B
Bindmiddelen
C
Anti oxideermiddelen
D
Conserveringsmiddelen

Slide 20 - Quizvraag

Individueel

Slide 21 - Tekstslide

Vlees (gehakt) kan bevroren verkocht worden, maar soms wordt het later ontdooid en vervolgens aan de bakker worden verkocht.

Welke term staat er dan op het etiket?
A
Ontdooid
B
Gekoeld tot 5 graden
C
Bevroren waar
D
Bevroren geweest

Slide 22 - Quizvraag

Soms worden producten afgesloten bewaard in plastic met een gasmengsel.

Welk gas wordt dan verwijderd?
A
Stikstof
B
Koolzuurgas
C
Zuurstof

Slide 23 - Quizvraag

Soms staat op het etiket van een grondstof dat het is bestraald.

Bij welke grondstof is dat?
A
Krenten
B
Kruiden
C
Garnalen
D
Rozijnen

Slide 24 - Quizvraag

Vanaf welke hoeveelheid toegevoegd water moet het vermeld worden op het etiket?

Bij meer dan:
A
5%
B
4%
C
3%
D
2%

Slide 25 - Quizvraag

Individueel

Slide 26 - Tekstslide