§6.2 Wat doet de overheid voor ons? deel 2

H6: Wat regelt de overheid?
GT2

§6.1 De overheid: wie is dat?
§6.2 Wat doet de overheid voor ons? deel 2
§6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
§6.4 Komt de overheid rond?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6: Wat regelt de overheid?
GT2

§6.1 De overheid: wie is dat?
§6.2 Wat doet de overheid voor ons? deel 2
§6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
§6.4 Komt de overheid rond?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1.  Herhaling §6.2 deel 1: collectieve sector 
2. Theorie §6.2 deel 2
3. Maken: opg. 26 t/m 31 (blz. 164 of online)
4. Praktische opdracht (2e lesuur)


Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je weet waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden
  • Je weet wat het verschil is tussen de collectieve sector en de particuliere sector 

Slide 3 - Tekstslide

Weet je het nog?
Wat bedoelen we met
sociale zekerheid?

Slide 4 - Woordweb

Sociale zekerheid: 
= alle regelingen waarbij de overheid zorgt dat mensen met weinig/geen inkomen een uitkering krijgen, bijv. 
 - WW (WerkloosheidsWet)
- AOW (Algemene OuderdomsWet)
- Zorgtoeslag of Huurtoeslag

Slide 5 - Tekstslide

Sociale premies: 
worden ingehouden van het brutoloon om zo de sociale zekerheid te kunnen betalen.





Hoe zit het met zwart werk?

Slide 6 - Tekstslide

Sociale premies: 
worden ingehouden van het brutoloon om zo de sociale zekerheid te kunnen betalen.




brutoloon - sociale premies = nettoloon
Hoe zit het met zwart werk?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Collectieve sectoroverheid en sociale zekerheidinstellingen

  • geen winstdoel


Particuliere sectorbedrijven en burgers

  • winstdoel --> commercieel


Collectieve en particuliere sector

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Tekstslide

Waarvoor staat de afkorting AOW?
A
Autoriteit OuderdomsWet
B
Autoriteit OntwikkelingsWet
C
Algemene OuderdomsWet
D
Algemene OntwikkelingsWet

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De overheid ontvangt zorgtoeslag
van de burgers.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we alle regelingen van de overheid voor mensen met geen of weinig inkomen?

Slide 13 - Open vraag

Sociale premies worden ingehouden van het ...
A
nettoloon
B
brutoloon
C
zwart loon

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De collectieve sector streeft
naar winst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De particuliere sector bestaat uit bedrijven en burgers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De particuliere sector is commercieel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk!

m. opg. 26 t/m 31 

(blz. 164 of online)




Slide 18 - Tekstslide

Bespreken opg. 27 (blz. 164)
27 a 




Slide 19 - Tekstslide

Bespreken opg. 27 (blz. 164)
27 a 17,9% van € 20.250 =  




Slide 20 - Tekstslide

Bespreken opg. 27 (blz. 164)
27 a 17,9% van € 20.250 =  € 20.250 ÷ 100 × 17,9 = € 3.624,75






Slide 21 - Tekstslide

Bespreken opg. 27 (blz. 164)
27 a 17,9% van € 20.250 =  € 20.250 ÷ 100 × 17,9 = € 3.624,75

b en c Allebei hebben een inkomen dat hoger is dan € 33.715
= het maximumbedrag waarover de premie berekend wordt.
   




Slide 22 - Tekstslide

Bespreken opg. 27 (blz. 164)
27 a 17,9% van € 20.250 =  € 20.250 ÷ 100 × 17,9 = € 3.624,75

b en c Allebei hebben een inkomen dat hoger is dan € 33.715
= het maximumbedrag waarover de premie berekend wordt.
   
Dus: 17,9% van € 33.715 =  




Slide 23 - Tekstslide

Bespreken opg. 27 (blz. 164)
27 a 17,9% van € 20.250 =  € 20.250 ÷ 100 × 17,9 = € 3.624,75

b en c Allebei hebben een inkomen dat hoger is dan € 33.715
= het maximumbedrag waarover de premie berekend wordt.
   
Dus: 17,9% van € 33.715 =  € 33.715 ÷ 100 × 17,9 = € 6.034,99




Slide 24 - Tekstslide