Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatik: vertaling 'naar'
'naar' is 'nach'
Mein Bruder fährt
nach
Berlin.
Das Flugzeug fliegt
nach
New York.
Wir fahren am Wochenende
nach
Deutschland.
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
'naar' is 'nach'
Mein Bruder fährt
nach
Berlin.
Das Flugzeug fliegt
nach
New York.
Wir fahren am Wochenende
nach
Deutschland.
Slide 1 - Tekstslide
'naar' is 'nach'
Mein Bruder fährt
nach
Berlin.
Das Flugzeug fliegt
nach
New York.
Wir fahren am Wochenende
nach
Deutschland.
bij steden
bij landen zonder lidwoord
Slide 2 - Tekstslide
' naar' is 'nach'
Bei der Ampel fahren sie
nach
links.
Das Auto ist
nach
rechts abgebogen.
Kommst du mit
nach
oben?
Slide 3 - Tekstslide
' naar' is 'nach'
Bei der Ampel fahren sie
nach
links.
Das Auto ist
nach
rechts abgebogen.
Kommst du mit
nach
oben?
bij richtingen
Slide 4 - Tekstslide
'naar' is 'zu'
Ich muss gleich
zu
m Zahnarzt.
Er geht jetzt
zu
meiner Mutter.
Kommst du mit
zu
meinen Großeltern?
Slide 5 - Tekstslide
'naar' is 'zu'
Ich muss gleich
zu
m Zahnarzt.
Er geht jetzt
zu
meiner Mutter.
Kommst du mit
zu
meinen Großeltern?
bij personen
Slide 6 - Tekstslide
'naar' is 'zu'
Wie komme ich
zu
m Bahnhof?
Fährt dieser Bus
zu
m Stadion?
Ich gehe jetzt
zu
m Supermarkt.
Slide 7 - Tekstslide
'naar' is 'zu'
Wie komme ich
zu
m Bahnhof?
Fährt dieser Bus
zu
m Stadion?
Ich gehe jetzt
zu
m Supermarkt.
bij dingen
Let op:
nach
Hause gehen/laufen/fahren/kommen
Slide 8 - Tekstslide
'naar' is 'in'
Wir fahren morgen
in
die Schweiz.
Das Flugzeug fliegt
in
die Türkei.
Wir reisen mit dem Zug
in
die Niederlande.
Slide 9 - Tekstslide
'naar' is 'in'
Wir fahren morgen
in
die Schweiz.
Das Flugzeug fliegt
in
die Türkei.
Wir reisen mit dem Zug
in
die Niederlande.
bij landen met lidwoord
Slide 10 - Tekstslide
'naar' is 'in'
Gehst du gern
in
die Disko.
Am Sonntag gehe ich
in
die Kirche.
In
welche Schule gehst du?
Slide 11 - Tekstslide
'naar' is 'in'
Gehst du gern
in
die Disko.
Am Sonntag gehe ich
in
die Kirche.
In
welche Schule gehst du?
vaste combinaties
in die Disko / Kirche / Schule gehen
ins Theater / Museum / Kino / Bett gehen
Slide 12 - Tekstslide
'zu' of 'in'
zu of in?
zu → in de richting van
in → naar binnen gaan
Slide 13 - Tekstslide
Der Bus fährt
zu
r Schule.
Der Bus fährt
in
die Schule.
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4TL periode 1 les 9 en 10
September 2024
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
in nach zu E card
Juni 2023
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
in nach zu E card
Oktober 2021
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
les 4 week 2 2023
Januari 2022
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
woensdag 20 januari
Januari 2021
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3d 18.5. K17 WLA, zu-in-nach, Ple B
Mei 2021
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les P2a 25.5.2021 voorz 3de nv
Mei 2021
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2