Bezittelijk persoonlijk voornaamwoord (possessive pronouns)
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
de Engelse vertaling van
IK
IK
A
I
B
i
C
me
D
ai
Slide 4 - Quizvraag
de Engelse vertaling van:
JIJ
JIJ
A
JOU
B
YUU
C
YOU
Slide 5 - Quizvraag
De Engelse vertaling van:
HIJ/ ZIJ/ HET
HIJ/ ZIJ/ HET
A
you / he/ she
B
he/ they/ it
C
he/ she/ it
Slide 6 - Quizvraag
De Engelse vertaling van:
WIJ
WIJ
A
us
B
we
C
our
Slide 7 - Quizvraag
De Engelse vertaling van:
WIJ
WIJ
A
us
B
we
C
our
Slide 8 - Quizvraag
De Engelse vertaling van :
JULLIE
JULLIE
A
your
B
yours
C
you
Slide 9 - Quizvraag
De Engelse vertaling van:
ZIJ ( mv)
ZIJ ( mv)
A
they
B
their
C
there
D
them
Slide 10 - Quizvraag
Ron
Sheila
Sheila and I
my parents
me
He
She
We
They
I
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Pronouns (English!)
Slide 18 - Woordweb
You and I = ...
A
We
B
They
Slide 19 - Quizvraag
My sisters = ...
A
We
B
They
Slide 20 - Quizvraag
John = ...
A
He
B
You
Slide 21 - Quizvraag
My dog = ...
A
He
B
It
Slide 22 - Quizvraag
Sarah = ...
A
They
B
She
