2.1 Ieder zijn taak en 2.1 innovatie

2.1 Ieder zijn taak
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.1 Ieder zijn taak

Slide 1 - Tekstslide

Ieder zijn eigen taak
  • Het werk bij een bedrijf is verdeeld in verschillende banen.
  • Dit heet arbeidsverdeling.
  • Bij arbeidsverdeling
  • Doet iedereen waar hij/zij goed in is.
  • Heeft iedereen zijn eigen specialisatie.
  • Hoe zit dat op school?

Slide 2 - Tekstslide

Arbeidsverdeling tussen bedrijven
Vroeger maakte een boer het brood en verkocht dit ook.

Nu doet een bedrijf waar hij goed in is.

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsverdeling binnen een bedrijf
Directeur (leidinggevende functie)
Teamleider 1 - Teamleider 2 (leidinggevende functie)
Docent En - Docent Ec - Docent wi- Docent Ak (uitvoerende functie)
Onderwijs ondersteunend personeel (uitvoerende functie)

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsverdeling tussen overheid - bedrijven - gezinnen
De overheid heeft taken die bedrijven en gezinnen niet op zich nemen.

Wegen - politie - onderwijs

Slide 5 - Tekstslide

Nadelen arbeidsverdeling
  • Werknemers doen 1 ding en dat kan saai zijn 
  • Werknemers voelen zich niet betrokken bij het eindproduct
  • Mensen, bedrijven en landen zijn van elkaar afhankelijk


Slide 6 - Tekstslide

Eenzijdig werk

Slide 7 - Tekstslide

arbeidsverdeling
arbeidsverdeling is goed voor:

de welvaart



Slide 8 - Tekstslide

Innovatie

De ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe manier van produceren noemen wij innovatie.


Slide 9 - Tekstslide

Innovatie voor jullie!

Slide 10 - Tekstslide

Innovatie
Naast arbeidsverdeling is Innovatie ook goed voor:

de welvaart
het welzijn


Slide 11 - Tekstslide

Welvaart
Welvaart geeft aan hoeveel behoeften iemand kan bevredigen.

  • Hoe meer behoeften je kunt bevredigen hoe hoger je welvaart.
  • Normaal gesproken dus hoe meer geld en tijd (=middelen) iemand heeft hoe hoger de welvaart.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is dan welzijn?
  • Bij welzijn kijk je meer naar hoe gelukkig en tevreden je met je leven bent.

Slide 13 - Tekstslide

wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 14 - Tekstslide

Welvaart en Welzijn
- Welvaart = de mate waarin je kunt voorzien in je behoeften.

- Welzijn = Gaat over de kwaliteit van je leven. Is niet te meten in geld

Slide 15 - Tekstslide

Ze
l
f
v
oo
r
z
i
en
i
ng

Slide 16 - Tekstslide

Waarom zou je zelf?
-Je fiets maken?
- Een taart bakken?
-Kleding zelf maken?

Slide 17 - Tekstslide

Arbeidsverdeling of zelfvoorziening:
Zonder ruilen en zonder geld ben je aangewezen op zelfvoorziening: je moet in je eigen behoeften voorzien.

Slide 18 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk 2.1
Maken opdrachten 2.1

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Tekstslide

Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven
B
laten maken door de overheid
C
die je voor je zelf maakt
D
laten maken door bedrijven en de overheid

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen zelfvoorziening?
A
Het kopen van een frikandel broodje
B
Het bakken van een taart
C
Je fiets repareren.
D
Groente verbouwen in je tuin

Slide 23 - Quizvraag

Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren

Slide 24 - Quizvraag

Wat is welvaart
A
Een grote behoefte doen
B
Behoeften waarin je kunt voorzien
C
Fiets
D
Behoeften die je niet hebt

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak waarom landen zich specialiseren?
A
Natuurlijke omstandigheden
B
De kwantiteit aan producten
C
De kwaliteit van de producten
D
Stabiliteit

Slide 26 - Quizvraag