2.1 Ieder zijn taak en 2.1 innovatie

Wat gaan we doen vandaag?
  • behandelen  paragraaf 2.1 (15 min) 
  • zelfstandig werken (20 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  • behandelen  paragraaf 2.1 (15 min) 
  • zelfstandig werken (20 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 1 - Tekstslide

Ieder zijn eigen taak
  • Het werk bij een bedrijf is verdeeld in verschillende banen.
  • Dit heet arbeidsverdeling.
  • Bij arbeidsverdeling
  • Doet iedereen waar hij/zij goed in is.
  • Heeft iedereen zijn eigen specialisatie.

Slide 2 - Tekstslide

Arbeidsverdeling tussen bedrijven
Vroeger maakte een boer het brood en verkocht dit ook.

Nu doet een bedrijf waar hij goed in is.

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsverdeling binnen een bedrijf
Directeur (leidinggevende functie)
Teamleider 1 - Teamleider 2 (leidinggevende functie)
Docent En - Docent Ec - Docent wi- Docent Ak (uitvoerende functie)
Onderwijs ondersteunend personeel (uitvoerende functie)

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsverdeling tussen overheid - bedrijven - gezinnen
De overheid heeft taken die bedrijven en gezinnen niet op zich nemen.

Wegen - politie - onderwijs

Slide 5 - Tekstslide

Nadelen arbeidsverdeling
  • Werknemers doen 1 ding en dat kan saai zijn 
  • Werknemers voelen zich niet betrokken bij het eindproduct
  • Mensen, bedrijven en landen zijn van elkaar afhankelijk


Slide 6 - Tekstslide

arbeidsverdeling
arbeidsverdeling is goed voor:

de welvaart



Slide 7 - Tekstslide

Innovatie

De ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe manier van produceren noemen wij innovatie.


Slide 8 - Tekstslide

Innovatie
Naast arbeidsverdeling is Innovatie ook goed voor:

de welvaart
het welzijn


Slide 9 - Tekstslide

Welvaart
Welvaart geeft aan hoeveel behoeften iemand kan bevredigen.

  • Hoe meer behoeften je kunt bevredigen hoe hoger je welvaart.
  • Normaal gesproken dus hoe meer geld en tijd (=middelen) iemand heeft hoe hoger de welvaart.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is dan welzijn?
  • Bij welzijn kijk je meer naar hoe gelukkig en tevreden je met je leven bent.

Slide 11 - Tekstslide

wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 12 - Tekstslide

Welvaart en Welzijn
- Welvaart = de mate waarin je kunt voorzien in je behoeften.

- Welzijn = Gaat over de kwaliteit van je leven. Is niet te meten in geld

Slide 13 - Tekstslide

Ze
l
f
v
oo
r
z
i
en
i
ng

Slide 14 - Tekstslide

Arbeidsverdeling of zelfvoorziening:
Zonder ruilen en zonder geld ben je aangewezen op zelfvoorziening: je moet in je eigen behoeften voorzien.

Slide 15 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
KB 4
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 1
  • Maak de opdrachten 7, 9 t/m 13

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Tekstslide

Maken hoofdstuk 2 paragraaf 1
inleveren door middel van foto of bestand

Slide 19 - Open vraag