Les 2 Financieel Thema - archiveren

Het hebben van een goede mappenstructuur is belangrijk voor de werksituatie, niet voor je persoonlijk archief
A
Juist
B
Onjuist
1 / 44
volgende
Slide 1: Quizvraag
Thema FinancieelMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Het hebben van een goede mappenstructuur is belangrijk voor de werksituatie, niet voor je persoonlijk archief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Het is ook belangrijk om in een goed persoonlijk archief te hebben. Denk maar aan je belastingaangifte, hypotheek acte, eigendomsactes etc.
Wat is archiveren?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 Financieel
Archiveren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je weet wat archiveren is
Wat het belang van archiveren is
Aan welke eisen archiveren moet voldoen
Coderen en ordenen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
week 2: archiveren
week 3: begroten
2 weken vakantie 
week 4: coderen
week 5: projectadministratie
week 6: financiële administratie
week 7: kleine budgetten
week 8: inhalen
week 9: escaperoom Pets Place

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Archiveren
Archiveren is het vastleggen van gegevens waarbij je indien van toepassing de (wettelijke) normen hanteert. Dit moet gebeuren op een goede en geordende manier die voor iedereen toegankelijk is.

Archiveren is het volgens voorschriften ordelijk opslaan en rangschikken van documenten in een (digitale) bewaarplaats.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een archief?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een archief
is een verzameling van informatie in de vorm van documenten, afbeeldingen, filmpjes en dossiers die je bewaart voor een bepaalde tijd.

Een archief is eigenlijk het geheugen van een bedrijf. Het bevat alle informatie die voor het bedrijf belangrijk zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom archiveren?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een archief, dat klinkt stoffig en saai 
Van papier naar digitaal
Gemakkelijk terugvinden van documenten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van het archief

  1. informatieve functie
  2. bewijsfunctie
  3. historische functie
  4. wettelijke verplichting

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mappenstructuur van het afdelingsarchief hoeft alleen voor jou duidelijk te zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Onjuist,
De mappenstructuur van het afdelingsarchief moet voor iedereen duidelijk zijn. Ook als jij weg bent. 
Het vergt enig nadenkwerk om een bruikbaar archief op te zetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist, er moet hier goed over worden nagedacht. Dit wordt dan ook vaak door meerdere mensen bedacht en uitgewerkt
Bij archiveren is het belangrijk dat je consequent werkt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Consequent betekend dat je rechtlijnig vasthoudt aan iets dat je eerder gedaan hebt of besloten hebt (niet afwijken).

Je moet bij archiveren consequent handelen anders wordt het een rommeltje
Een goed archief opzetten bespaart je op lange termijn veel tijd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Je moet even tijd investeren maar op de lange termijn kun je alles gemakkelijk terugvinden en opslaan
Door het ontbreken van een archiefsysteem kun je documenten kwijtraken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Door het verkeerd opslaan met bijvoorbeeld onjuiste benamingen, kun je documenten kwijtraken
In een goed archief hoeven niet alle documenten in een hoofd- of submap te zitten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Onjuist, alles moet vindbaar zijn in hoofd of submappen. Een goed archief heeft geen losse documenten
Opdracht
1. Ga op achternaam staan: van A tot Z
2. Ga op voornaam staan: van Z tot A
3. Ga op schoenmaat staan: van groot naar klein
4. Ga op lengte staan: lang naar kort

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ORDENEN VAN DOCUMENTEN 
Documenten worden op verschillende manieren geordend:

  • Alfabetisch
  • Alfabetisch lexicografisch
  • Numeriek
  • Alfanumeriek
  • Chronologisch 




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfabetisch 
Sorteren op de eerste letter van het alfabet. A, B, C enzovoort.

Oplopend: is van A tot Z (Arend, Bernard, Corry)
Aflopend: is van Z naar A (Corry, Bernard, Arend) 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfabetisch lexicografisch  
Wanneer bij het sorteren niet alleen naar de eerste, maar ook naar de volgende letters gekeken wordt om te sorteren, dan wordt dit alfabetisch lexicografisch sorteren genoemd. Daar hebben we 13 afspraken over gemaakt:

 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 1.


Er is geen verschil in hoofdletters en kleine letters 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 2. 
Namen van personen rangschik je allereerst op achternaam

!dus niet op voorletter, voornaam of tussenvoegsel!

Voorbeelden:
Martine van Berkum (Berkum, Martine, van)
R. van Dijk (Dijk, R., van)
Gerlien van ’t Hof (Hof, Gerlien, van ‘t)  

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 3. 
Een korte naam gaat voor een langere naam met dezelfde beginletters.
H. Vis (Vis, H.)
A. Visch (Visch, A.)  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 4. 
Zijn de eerste letters van de achternamen gelijk, kijk dan naar de tweede letter. Daarna naar de derde, vierde letter enz., tot je een afwijkende letter vindt (zie alfabetisch lexicografisch).

K. Jans (Jans, K.)
A. Janse (Janse, A.)
U. Jansen (Jansen, U.)
D. Janssen (Janssen, D.)
D. Janszen (Janszen, D.) 




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 5. 
Zijn de achternamen hetzelfde? Kijk dan naar de voorletters (voornamen).


C. Molen (Molen, C.)
J. Molen (Molen, J.)
K. Molen (Molen, K.)
Z. Molen (Molen, Z.)  

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 6. 
Zijn de achternamen en de voorletters (voornamen) hetzelfde, kijk dan naar de tussenvoegsels. A. Top (Top, A.)

A. van Top (Top, A., van)
A. van den Top (Top, A., van den) 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 7. 
Bij een dubbele achternaam wordt gesorteerd op de eerste achternaam.

Voorbeeld: W. van der Wilden – Aalbers
wordt gerangschikt onder de letter W. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 8.
Staan er punten, haakjes, accenttekens, afkappingstekens (‘) in de naam? Dan moet je hiermee geen rekening houden.
O’Brien wordt Obrien
O’Connell wordt Oconnell 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 9.
Voor voorvoegsels met afkappingstekens (l’, d’, s’, t’, of ‘t) gelden andere regels. Deze tekens lezen we bij het alfabetiseren niet aan de achternaam vast.


M. d’Hond wordt gerangschikt onder Hond
L. ’t Hart onder Hart 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 10.
Voor de Engelse namen met Mac en Fits geldt, omdat ze verschillend geschreven kunnen worden: staat Mac of Fitz los van de naam, dan lezen alsof dit aan de naam is vast geschreven. Mac Cloud wordt MacCloud

Fitz Gerald wordt FitzGerald 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 11.

Is Mac afgekort tot M’ of Mc dan lezen alsof dit deel voluit geschreven is.
mcDonald wordt Macdonald. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 12.

 De ‘ij’ wordt (op basis van de eerste letter i) geplaatst tussen de letters ‘h’ en ‘j’.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak 13.
De ‘y’ wordt geplaatst tussen de letters ‘x’ en ‘z’.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Numeriek
Numeriek rangschikken is rangschikken op cijfers. Dit kan zowel oplopend (van laag naar hoog) als aflopend (van hoog naar laag) zijn.

1
2
3
4
1008
994
734
254
103 








Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfanumeriek 
Alfanumeriek rangschikken is rangschikken met letters en cijfers. Als je gaat rangschikken, kijk je eerst naar de letters en daarna naar de nummers. Leg dus eerst de letters op de juiste volgorde en vervolgens leg je het per letter op nummervolgorde. Het sorteren kan zowel oplopend (van laag naar hoog) als aflopend (van hoog naar laag) zijn.


A14
A18
B01
B13
S11
S17

Z98
Z66
X42
X04
















Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronologisch 
Chronologisch rangschikken is rangschikken op tijd, uren, dagen, weken, maanden,

seizoenen enz. Je legt eerst de uren op volgorde en kijkt bij dezelfde uren vervolgens naar de minuten.

12.45 uur
13.27 uur
13.33 uur
19.22 uur 




Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij data werkt het als volgt:

Eerst sorteer je de jaren in de goede volgorde (van laag naar hoog). Vervolgens sorteer je de maanden in de goede volgorde (van laag naar hoog).
Tot slot sorteer je de dagen (van laag naar hoog).
10 maart 2016
8 juni 2017
12 september 2017
13 september 2017 







Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor archiveren
  1. Start een nieuw jaar met nieuwe mappen (fysiek of digitaal)
  2. Bewaararchief: alleen met definitieve stukken (PDF) met bewaar plicht of wens
  3. Wees duidelijk in je documentnamen
  4. Archiveer op onderwerp
  5. Maak afspraken

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor archiveren
6. Werk chronologisch
7. Ruim regelmatig op - plan 2x per jaar een opruim moment
8. 10 is de limiet. 3 lagen diep. Zonder te scrollen te overzien
9. Als je digitale archief niet meer overziet, begin opnieuw.
Maak 1 map met 'Archief' aan. Haal er uit wat je op dat moment nodig hebt

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Link

Deze slide heeft geen instructies