grammatica blok 1 tweede klas

Grammatica blok 1 tweede klas.
Welkom!
Pak een pen, je schrift en je chromebook en log in bij lesson up.
timer
3:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Grammatica blok 1 tweede klas.
Welkom!
Pak een pen, je schrift en je chromebook en log in bij lesson up.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
BKT: Jullie kunnen de pv , wwg, zinsdelen en onderwerp vinden.
Jullie kunnen de getalproef toepassen.
Jullie ( her) kennen de 3 vormen van werkwoorden.
TH; zie boven en...
Jullie begrijpen het meewerkend voorwerp en woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de drie vormen van werkwoorden?

Slide 3 - Open vraag

Schrijf op in je schrift:
De drie vormen van werkwoorden zijn:
1: persoonsvorm = ik loop, hij liep, wij eten, zij dronk, jullie schrijven
2: voltooid deelwoord= gelopen, gegeten, gedronken, gemaakt
3: hele werkwoord = eten, lopen, drinken, schrijven, maken
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de p.v.? Zoek op 2 manieren...
( Schrijf in je schrift.)
De zon schijnt de hele dag.
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Maak de zin vragend:
Schijnt de zon de hele dag?

Slide 6 - Tekstslide

Doe de tijdproef:
De zon scheen de hele dag.
Schijnt verandert in scheen, dus schijnt is de p.v..

Slide 7 - Tekstslide

P.V. op 2 manieren:
De kinderen hebben vakantie gehad.

Slide 8 - Woordweb

Schrijf op:
De derde manier om de p.v. te vinden is de getalproef. Dat betekent dat het onderwerp en de persoonsvorm allebei meervoud of enkelvoud moet zijn. Verander je een van de twee klopt de zin niet meer.
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

bijvoorbeeld:
De jongens eet een appel.
De bal liggen op het veld.
De school zijn afgelopen.

Slide 10 - Tekstslide

Goed is:
De jongens eet een appel = De jongens eten een appel.
De bal liggen op het veld = De bal ligt op het veld.
De school zijn afgelopen = De school is afgelopen.


Slide 11 - Tekstslide

dus:
P.v. en onderwerp zijn altijd allebei of enkelvoud of meervoud.
P.v. en onderwerp staan in een normale zin altijd naast elkaar.
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

ontleed samen 2 zinnen. Schrijf alles op in je schrift. 
Pak je schrift en een pen.

Slide 13 - Tekstslide

Zin 1:

Gisteren is op televisie een persconferentie geweest.

Slide 14 - Tekstslide

zin 2
De kat geeft elke dag kopjes aan haar baasje.

Slide 15 - Tekstslide

aan de slag
Grammatica blok 1

BK: opdracht 1 t/m 3
KT: Maken grammatica opdracht 1 t/m 5
Th: nog even opletten en dan 1 t/m 3

Slide 16 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
De werkwoorden vertellen en showen hebben iemand nodig die de handeling ontvangt: iemand vertelt/showt iets aan iemand. De persoon die ontvangt, noem je het meewerkend voorwerp (mv).
 
Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Slide 17 - Tekstslide

Om snel het meewerkend voorwerp in een zin te kunnen vinden, stel je de volgende vraag:
Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Slide 18 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp is: 
De kat geeft elke dag kopjes aan haar baasje.

Slide 19 - Tekstslide