Intro Verzorgingsstaat

'Goede zorg'? - Intro Verzorgingsstaat
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

'Goede zorg'? - Intro Verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
1. Actualiteit
2. Nieuw thema: Verzorgingsstaat
3. Wat betekent 'goede zorg'?
3. Drie ethische dilemma's
+ 4. Portfolio opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Je kan in elk geval drie aspecten van 'goede zorg' benoemen
  • Je kan een ethisch dilemma herkennen

  • Je kan met argumenten jouw mening onderbouwen over een ethisch dilemma en de rol van individuele verantwoordelijkheid in dit dilemma.

Slide 4 - Tekstslide

Welk nieuwsitem van de afgelopen twee dagen is jou bijgebleven?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent voor jou 'goede zorg'?
Welke aspecten zitten aan 'goede zorg'?

Slide 6 - Open vraag

Wie ken jij die
'zorg ontvangt'?

Slide 7 - Woordweb

Op welke manier komt die zorg wel en/of niet overeen met 'goede zorg'? Hoe komt dat?

Slide 8 - Open vraag

3 ethische dilemma's
Ethiek is het onderdeel van de filosofie dat onderzoek doet naar goed en slecht handelen. Op basis van argumenten wordt in de ethiek geprobeerd om algemeen geldige uitspraken te doen over wat goed en slecht handelen is en wat het betekent om een goed leven te leiden.

Slide 9 - Tekstslide

1. Wie krijgt er nieuwe longen?
Bert, Iris en Anne willen allemaal aanspraak doen op donorlongen. 
Bert heeft als mijnwerker chronische bronchitis opgelopen. 
Iris heeft een aangeboren afwijking en wacht al jaren op de operatie. 
Anne heeft longkanker, ze rookte een pakje per dag.

Slide 10 - Tekstslide

Wie krijgt er nieuwe longen?
Bert
Iris
Anne

Slide 11 - Poll

2. In welke volgorde moeten de patiënten geholpen worden?
Peter: heeft door een overdosis LSD heftige hartkloppingen;
Channa: heeft haar been gebroken doordat ze is aangereden;
Friedrich: heeft door zijn dichtgeslibde aderen een extreem hoge hartslag;
Kim: staat op het punt om te bevallen.

Slide 12 - Tekstslide

In welke volgorde moeten de patiënten geholpen worden?
Peter
Channa
Friedrich
Kim

Slide 13 - Poll

Wat zijn jouw onderliggende oordelen/waarden waarop jij jouw keuze baseerde?

Slide 14 - Open vraag

3. Heinz' Dilemma
Een vrouw was stervende, ze had een speciale soort van kanker. Er was echter één bepaald medicijn die deze kanker kon genezen, maar dit medicijn was veel te duur. Heinz, de man van de vrouw, was echter de assistent van een apotheker. Hij zat dus met het morele dilemma om het geneesmiddel al dan niet te stelen.

Slide 15 - Tekstslide

Wat zou jij doen?

Slide 16 - Open vraag

Kohlberg: Morele ontwikkeling (laag - hoog)
1 Straf vermijden Heinz steelt het medicijn niet, want anders zou hem een gevangenisstraf te wachten staan. Hij gehoorzaamt de autoriteiten.
2 Eigenbelang Heinz steelt het medicijn, hij zal zich veel gelukkiger voelen als hij zijn vrouw kan redden van de dood.
3 Loyaliteit Heinz steelt het medicijn omdat zijn vrouw het verwacht, hij is loyaal.
4 Wetten respecteren Heinz steelt het medicijn niet omdat de wet diefstal verbiedt.
5 Mensenrechten Heinz steelt het medicijn want iedereen heeft een recht op leven, ongeacht de wet.
6 Universeel menselijke ethiek Heinz steelt het medicijn omdat het leven van een mens redden een veel fundamentelere waarde is dan het eigendomsrecht van een ander.

Slide 17 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Je kan een ethisch dilemma herkennen
  • Je kunt in jouw eigen woorden uitleggen wat een ethisch dilemma is
  • Je kan met argumenten jouw mening onderbouwen over een ethisch dilemma en de rol van individuele verantwoordelijkheid in dit dilemma.

Slide 18 - Tekstslide

Anoniem: Jouw mening over de les.

Slide 19 - Open vraag

Portfolio
Portfolio opdracht 7: Goede zorg  

1. Wat betekent ‘goede zorg’ volgens jou? Waar moet ‘goede zorg’ idealiter aan voldoen? Wat zijn de belangrijkste aspecten van goede zorg?   
2. Wie ken jij die afhankelijk is van zorg? Beschrijf de manier waarop deze persoon zorg nodig heeft.  
3. Op welke manieren voldoet deze zorg (2) wel of niet aan de aspecten die je bij 1. hebt beschreven?  
4. Er luidt in de samenleving soms kritiek op de ‘marktwerking in de zorg’. Beschrijf in je eigen woorden wat hiermee wordt bedoeld en schrijf een kort betoog over jouw visie hierop.  

Slide 20 - Tekstslide

Corrumpeert de markt de zorg?

Slide 21 - Tekstslide