H2: 2.4 Cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Pak je biologie boek

- Ik kan weefsels van mensen en planten noemen met hun functie

- Ik ken de onderdelen van een dierlijke cel en een plantaardige cel en hun functies

Met LessonUp

Lezen blz 110 t/m 113, maken opdr:

1 t/m 5

Ik kan antwoord geven op het lesdoel

Aan het einde van de les

• Ik ken de onderdelen van een dierlijke en een plantaardige cel en hun functies

Maar eerst een testvraag van de vorige les...Wie weet dit? 

Wat is de juiste volgorde van klein naar groot?

1. cel - organisme - orgaan - orgaanstelsel-weefsel
2. weefsel - cel - orgaan - orgaanstelsel - organisme
3. organisme - orgaanstelsel - orgaan - weefsel - cel
4. cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme

 Cellen

Dierlijke cel

Dierlijke cellen

• Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
• Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
• Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
• Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Plantaardige cel

• Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
• Plastiden: bladgroenkorrels,  kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
• Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof

Plantaardige cel

Vacuole

Dit is een "blaasje" gevuld met vocht.

Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid.

Celorganellen: de delen van een cel met een functie

Dierlijke cel

Plantaardige cel

Plastiden:

In het cytoplasma kunnen plastiden voorkomen, dit zijn korrels met een speciale functie:

- bladgroenkorrels

-zetmeelkorrels

Aan de slag:

Lezen blz 110 t/m 113, maken opdr: 

1 t/m 5

Klaar=zelfstandig nakijken

- Ik weet dat een organisme bestaat uit cellen

- Ik kan weefsels van mensen en planten noemen met hun functie

- Ik ken de onderdelen van een dierlijke cel en een plantaardige cel

Met LessonUp

Lezen blz 110 t/m 113, maken opdr:

1 t/m 5

Ik kan antwoord geven op het lesdoel

Een dierlijke cel heeft een celwand

1. Ja
2. Nee

Wat is waar?

1. Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
2. Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
3. Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
4. Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Welke soort cel is dit?

1. plantaardige cel
2. dierlijke cel
3. schimmel cel
4. bacterie

Zet van klein naar groot

1. Weefsel, cel, orgaan
2. cel, weefsel, orgaan
3. orgaan, cel, weefsel
4. cel, orgaan, weefsel

Welke cel heeft bladgroenkorrels?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel
3. Plantaardige en dierlijke cellen
4. Geen van beiden

Hoe noem je de cellen van een mens?

1. Dierlijke cel
2. Menselijke cel
3. plantencel
4. plantaardige cel

Dit is een

1. plantaardige cel
2. cel van een schimmel
3. bacterie
4. dierlijke cel

Welke cel is dierlijk?

1. Links
2. Rechts

Heeft een dierlijke cel cytoplasma?

1. Ja
2. Nee

Schimmel

Bacterie

Plantaardige cel

Dierlijke cel