Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Materialen Herhaling - Havo
Herhaling KW1
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Materialen
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling KW1
Slide 1 - Tekstslide
Vier bekende warmtebehandelingen van metalen zijn:
A
gloeien, harden, veredelen, carboneren
B
harden, legeren, carboneren, veredelen
C
harden, gloeien, legeren, veredelen
D
harden, smeden, veredelen, gloeien
Slide 2 - Quizvraag
Een gelaste constructie wordt vaak gegloeid.
Wat is het doel hiervan?
A
de buitenste laag harder en slijtvaster maken
B
de hardheid in z’n geheel verhogen
C
de materiaalspanningen verminderen en egaal maken
D
de sterkte verhogen
Slide 3 - Quizvraag
Vergelijk staal met gietijzer.
Een goede indicatie voor het percentage koolstof in staal en gietijzer is:
In staal In gietijzer
A
meer dan 1,5% en 2,5 tot 4%
B
2,5 tot 4% en minder dan 1,5%
C
maximaal 1,5% en 2,5 tot 4%
D
2,5 tot 4% meer dan 1,5%
Slide 4 - Quizvraag
Welke voordelen hebben koudgewalste profielen?
A
goed lasbaar, grotere rek en hogere sterkte
B
grotere rek, hogere sterkte en mooier oppervlak
C
mooier oppervlak, grotere rek en hoge maatnauwkeurigheid
D
hogere sterkte, mooier oppervlak en hoge maatnauwkeurigheid
Slide 5 - Quizvraag
Brons bestaat uit:
A
Koper en aluminium
B
Aluminium en magnesium
C
Koper en tin
D
Tin en silicium
Slide 6 - Quizvraag
Dikker stafmateriaal wordt na het warmwalsen vaak éénmaal koudgetrokken.
Wat is hiervan het doel?
A
Omdat de klant dat wenst
B
Om een betere maat- vorm- en oppervlaktekwaliteit te krijgen
C
Om een mooier uiterlijk te krijgen
D
Om het productieproces te versnellen
Slide 7 - Quizvraag
Bij het zandgieten wordt gietzand voor de vorm gebruikt.
Dit bestaat niet voor 100% uit zand.
Welke producten kunnen er nog meer in zitten?
A
Cement en kunsthars
B
Klei en kunsthars
C
Klei en rubber
D
Leem en water
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de functie van kalk in de hoogoven?
A
Het proces versnellen
B
Het smeltpunt verhogen
C
Het koolstofgehalte verhogen
D
Het smeltpunt verlagen
Slide 9 - Quizvraag
Waar wordt gebruik van gemaakt bij het vrijsmeden?
A
Een smeedmatrijs
B
Een treksteen
C
Een hydraulische pers
D
Een pneumatische pers
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van een kleine hardheid?
A
Als het indruklichaam een grote indrukking geeft
B
Als het indruklichaam een kleine indrukking geeft
C
Als het oppervlak van de indrukking klein is
D
Als het oppervlak van de indrukking groot is
Slide 11 - Quizvraag
Kwartiel 2
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het meest bepalend voor de eigenschappen van gietijzer?
A
de kleur van het breukvlak
B
de vorm waarin de koolstof voorkomt
C
het percentage koolstof
D
het percentage legeringselementen
Slide 13 - Quizvraag
Smeedbaar gietijzer komt aan deze naam omdat het:
A
smeedbaar is
B
na het gieten in de eindvorm gesmeed moet worden
C
eigenschappen heeft die de mechanische eigenschappen van staal benaderen
D
ontstaat na een gloeiproces
Slide 14 - Quizvraag
De meest gunstige aanwezigheidsvorm van koolstof in het gietijzer is in de vorm van:
A
cementiet
B
bolletjes
C
lamellen
D
vlokken
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het gevolg van het koud draadtrekken door een treksteen?
A
De maat en vorm van de draad worden onnauwkeurig
B
Het materiaal wordt taaier en ruwer
C
Het materiaal wordt verstevigd en maatnauwkeurig
D
het oppervlak wordt ruw en nauwkeurig
Slide 16 - Quizvraag
Precisiegieten pas je speciaal toe voor producten:
A
Waarvoor mechanische bewerkingen moeilijk zijn toe te passen
B
Die gemaakt zijn van gemakkelijk te bewerken materiaal
C
Die door hun vorm alleen met deze methode te produceren zijn
D
Die in kleine aantallen worden gemaakt
Slide 17 - Quizvraag
Volgens welk proces worden aluminium buis en profiel gemaakt?
A
Extruderen
B
Centrifugaalgieten
C
Koudtrekken
D
Walsen
Slide 18 - Quizvraag
Bij het zandgieten wordt gietzand voor de vorm gebruikt.
Dit bestaat niet voor 100% uit zand.
Welke producten kunnen er nog meer in zitten?
A
Cement en kunsthars
B
Klei en kunsthars
C
Klei en rubber
D
Leem en water
Slide 19 - Quizvraag
Herhaling Kwartiel 3
Materialen H1, H2 en H3
Slide 20 - Tekstslide
Hoofdstuk 1
Aluminium (legeringen)
Slide 21 - Tekstslide
Zuiver aluminium heeft bepaalde gunstige eigenschappen.
Wat hoort niet in het rijtje thuis?
A
gemakkelijk om te vormen
B
hoge treksterkte
C
lage dichtheid
D
smaakloos en reukloos
Slide 22 - Quizvraag
Voor welke drie toepassingen kun je zuiver aluminium gebruiken?
A
drijfstangen, cilinderkoppen en vliegtuigvleugels
B
zeilbootmasten, zuigers en motorblokken
C
kampeerartikelen, olie- en benzineleidingen en sieronderdelen
D
verpakkingen, fietsframes en ladders
Slide 23 - Quizvraag
Waardoor worden betere mechanische eigenschappen bij niet-veredelbare kneedlegeringen verkregen?
A
door koud omvormen en ontlaten
B
door veredelen en mengkristalharden
C
door verstevigen en mengkristalharden
D
door precipitaatharden en verstevigen
Slide 24 - Quizvraag
Welk element zorgt bij een aluminiumlegering voor de betere gietbaarheid?
A
Cu (koper)
B
Mg (magnesium)
C
Si (silicium)
D
Zn (zink)
Slide 25 - Quizvraag
De sterkte van een aluminium gietlegering wordt bepaald door de samenstelling en de gietmethode.
Met welke methode krijgt het de maximale sterkte?
A
met coquille-gieten
B
met precisie-gieten
C
met spuitgieten
D
met zandgieten
Slide 26 - Quizvraag
Hoofdstuk 2
Slide 27 - Tekstslide
Wat is de functie van lood in gietbrons?
A
het verbetert de gietbaarheid
B
het verbetert de omvormbaarheid
C
het verbetert de verspaanbaarheid
D
het zorgt voor een smerende werking
Slide 28 - Quizvraag
Een gangbare naam voor een koper-tinlegering is:
A
kopersulfaat
B
brons
C
messing
D
cuprobrons
Slide 29 - Quizvraag
Welk legerings-element bepaalt de hardheid van brons?
A
aluminium
B
lood
C
tin
D
zink
Slide 30 - Quizvraag
Een gangbare naam voor een koper-zinklegering is:
A
messing
B
brons
C
cupronikkel
D
tombak
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de functie van lood in messing?
A
het zorgt voor een betere verspaanbaarheid
B
het zorgt voor een smerende werking
C
het zorgt voor een betere gietbaarheid
D
het zorgt voor een betere koudvervorming
Slide 32 - Quizvraag
Hoofdstuk 3
Slide 33 - Tekstslide
Waar wordt witmetaal voor gebruikt en uit welke metalen bestaat het?
A
een soldeermateriaal dat bestaat uit tin en lood
B
een soldeermateriaal dat bestaat uit tin en antimoon
C
een lagermateriaal dat bestaat uit tin en antimoon
D
een lagermateriaal dat bestaat uit tin en lood
Slide 34 - Quizvraag
Waarvoor en waarom wordt magnesium in de metaalbereiding gebruikt?
A
als oxidatiemiddel, omdat het zich zo goed met zuurstof en zwavel verbindt
B
als desoxidatiemiddel, omdat het zich zo goed met zuurstof en zwavel verbindt
C
bij de productie van nodulair gietijzer, om koolstof in bolletjesvorm te krijgen
D
antwoorden b en c zijn beiden goed
Slide 35 - Quizvraag
Welk materiaal is het meest geschikt voor de splitpen?
A
Messing
B
brons
C
verenstaal
D
zuiver ijzer
Slide 36 - Quizvraag
Welk materiaal is het meest geschikt voor de lagerbus?
A
Aluminium-koperlegering
B
Messing
C
Brons
D
Titanium
Slide 37 - Quizvraag
Wat is het meest geschikte materiaal voor de drijfstang?
A
gelegeerd aluminium
B
constructiestaal
C
gesmeed machinestaal
D
messing
Slide 38 - Quizvraag
Waarom wordt titanium vaak in vliegtuigen toegepast?
A
vanwege de hoge soortelijke massa
B
vanwege de goede bewerkbaarheid
C
vanwege de gunstige massa-sterkteverhouding
D
vanwege de gunstige prijs
Slide 39 - Quizvraag
Voor welk onderdeel is Elektron® erg geschikt?
A
frame van een caravan
B
landingsgestel van een vliegtuig
C
spaken van een fietswiel
D
velgen van een auto
Slide 40 - Quizvraag
Zirkoon wordt als legeringselement aan magnesium toegevoegd. Wat is daarvan het effect?
A
een betere lasbaarheid
B
een fijnere kristalstructuur
C
een hogere corrosiebestendigheid
D
een lagere rek
Slide 41 - Quizvraag
Waarom gebruikt men bij het superplastisch omvormen slechts één matrijshelft?
A
er worden alleen eenvoudige producten mee gemaakt
B
het omvormen vindt plaats onder gasdruk
C
het omvormen vindt plaats onder oliedruk
D
het omvormen vindt plaats met constante snelheid
Slide 42 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Materialen Herhaling - Havo
Mei 2023
- Les met
30 slides
Materialen
MBO
Studiejaar 1
Materialen
Maart 2022
- Les met
23 slides
Materialen
MBO
Studiejaar 1
Materialen les 7 + Herhaling
Oktober 2020
- Les met
33 slides
Materialen
MBO
Studiejaar 1
Les 2 staal
April 2023
- Les met
34 slides
Materiaalkunde
MBO
Studiejaar 2
staal en andere legeringen
September 2024
- Les met
24 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
De Basis van Lassen
September 2023
- Les met
14 slides
Hfst 6 Ken je gereedschap.
Oktober 2022
- Les met
12 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
7.2 metalen deel 2
Februari 2021
- Les met
12 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3