1.1 Elektrische stroom

1.1 Elektrische stroom
Lesdoel; De regels voor de stroomsterkte bij een serie en parallelschakeling kunnen uitleggen.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.1 Elektrische stroom
Lesdoel; De regels voor de stroomsterkte bij een serie en parallelschakeling kunnen uitleggen.

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Bespreek met je buur wat je nog weet van vorig jaar over het practicum van de serieschakeling.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

C.v. installatie als model voor de stroomkring

-Spanningsbron; brander (geeft energie mee)
-Stroom; het water (transporteert energie)
-Schakelaar; radiator knop (onderbreekt de kring).
-Lampje; de radiator (hier wordt de energie afgegeven)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Plus voeding op plus (anders wijzer verkeerde kant op)
Grootste bereik eerst (anders slaat de wijzer mogelijk te ver uit. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Stroomsterkte

Symbool; I
Eenheid; ampère (A)

Spanning

Symbool; U
Eenheid; Volt (V)

Slide 10 - Tekstslide

1 A = 1000 mA
1 mA = 0,001 A

Slide 11 - Tekstslide

De stroomsterkte in een serieschakeling
.
Er wordt geen stroom verbruikt door de lampjes.
De stroomsterkte is overal gelijk

Slide 12 - Tekstslide

De stroomsterkte in een parallelschakeling
It = I1 + I2 + I3
Om de totale stroom te krijgen mag je
alle stromen optellen.

Slide 13 - Tekstslide

Toepassingen serie schakelingen; kerstlampjes,
batterijen bij speelgoed, ampèremeter.

Toepassingen parallelschakelingen: lampen in het lokaal, stopcontacten, groepen in de meterkast.


Slide 14 - Tekstslide

Belang van het lesdoel
Je practica serie/parallel goed uitvoeren.
Een hoger cijfer voor je proefwerk.
Begrijpen waarom er meerdere lampen/apparaten uitvallen.

Slide 15 - Tekstslide

a De stroomsterkte in een elektrische stroomkring meet je met een.........

b De stroomsterkte geef je aan met de letter ......

c Wat betekent I = 0,5 A ?

d De totale stroomsterkte (I t) in een parallelschakeling kun je berekenen met de formule:



Slide 16 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over de stroomsterkte in  een serie schakeling ?

Wat kun je zeggen over de stroomsterkte in een parallelschakeling ?
Wat kun je zeggen over de stroomsterkte in een serie schakeling ?

Wat kun je zeggen over de stroomsterkte in een parallelschakeling ?

Slide 17 - Tekstslide

Teken het bijbehorende schakelschema.

Slide 18 - Tekstslide

Vul in:

a)0,005 A =
  mA      d) 25 mA = A


b)0,035 A =    mA      e) 0,5 A =
mA 

c) 10 mA = 
A               f) 1,2 A = mA




Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Noteer het meetbereik en de waarde.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

a Waar kun je de totale stroomsterkte meten ?

b Waar de stroomsterkte door lamp B ?

c Waar door C ?

Slide 24 - Tekstslide

In de figuur zie je een gemengde schakeling van drie lampjes en een batterij.
Teken het schakelschema.

Slide 25 - Tekstslide