Hoofdstuk 3 paragraaf 3

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Waarom is het Verenigd Koninkrijk belangrijk voor ons?

Wat gaan we doen vandaag?

• Even kort herhalen
• huiswerk bespreken
• lesdoelen van vandaag
  
• instructie paragraaf 3.3
• aan het werk met 3.3
• hebben we onze lesdoelen gehaald?

Wat bedoelen we met de arbeidsproductiviteit?

Hoe kan die verbeteren?

Wat bedoelen we met de productiecapaciteit?

Hoe kan die verbeteren?

Is het gelukt met het huiswerk?

Inhoud:

• 3.1 Wat zijn de kosten?
• 3.2 Wat levert het op?
• 3.3 Vraag en aanbod
• 3.4 Macht op de markt?
  

Leerdoelen voor vandaag:

1. Ik kan in een grafiek de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid aflezen en tekenen.
2. Ik kan uitleggen waardoor vraag- en aanbodlijnen kunnen verschuiven en wat het gevolg daarvan is.
3. Ik weet wat het gevolg is als de overheid een maximum- of minimumprijs vaststelt.
4. Ik kan uitleggen wat een transparante markt is.

1. Wat kost de nieuwste iphone?
2. Waarom kost de nieuwe iphone zoveel geld?

Lees de leertekst op blz. 82.

Concreet of abstract?

Concreet of abstract?

Over het algemeen geldt:

• Als de vraag toeneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, stijgt de prijs.
• Als het aanbod toeneemt terwijl de vraag gelijk blijft, daalt de prijs. 

Ga de komende 10 minuten aan het werk met de opdrachten 1 tot en met 5 van paragraaf 3.3.

Ben je eerder klaar? Lees het tweede deel van de paragraaf goed door en probeer de opdrachten te maken.

Lees de leertekst op blz. 84.

Wat betekent vrije marktwerking?

De overheid bemoeit zich op geen enkele manier met de prijsvorming op die markt.

Hebben wij dit in Nederland?

Waar grijpt de overheid op dit moment in?

Gebruik de rest van de les om 3.3 af te maken (huiswerk voor de volgende keer).

Ben je eerder klaar? Ga dan verder met het voorbereiden voor de toets economie (herhalings-, plus-, rekenopgaven maken of een samenvatting maken).

Leerdoelen voor vandaag:

1. Ik kan in een grafiek de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid aflezen en tekenen.
2. Ik kan uitleggen waardoor vraag- en aanbodlijnen kunnen verschuiven en wat het gevolg daarvan is.
3. Ik weet wat het gevolg is als de overheid een maximum- of minimumprijs vaststelt.
4. Ik kan uitleggen wat een transparante markt is.