Teken de punten uit de tabel en verbindt deze (rechte lijn of vloeiende kromme).
Slide 5 - Tekstslide
Lineair verband
Op welke 3 manieren kan je een lineair verband herkennen?
Grafiek is een lijn (recht, gelijke toe- of afname) Tabel heeft een gelijke toe- of afname Formule (y = 2x + 3)
Wat zegt het getal voor de x? (cijfer en -/+)
x-as één opzij, y-as ...
Wat zegt het getal achteraan?
Hier snijdt de lijn in de y-as
Slide 6 - Tekstslide
Kwadratisch verband
Hoe ziet de formule eruit?
Hoe noem je de grafiek? Hoe ziet die er uit?
Hoe noem je de "lijn"?
Hoe noem je het hoogste of laagste punt?
Slide 7 - Tekstslide
kwadratische verbanden
Hoe kan je aan de formule zien dat het een dal- of bergparabool is?
Getal voor de x positief of negatief :)/:(
Hoe vindt je de top van de parabool?
Het getal achteraan / x=0
Slide 8 - Tekstslide
3.5 variabelen
Wat zijn variabelen?
De letters in een formule noem je de variabelen
Wat komt boven in de tabel en wat onderin?
En bij de grafiek?
Slide 9 - Tekstslide
Tabellen en grafieken
Let op: soms mag je de punten in een grafiek niet verbinden
Hoeveel punten moet je minstens tekenen voor een lineaire grafiek?
3
Hoeveel bij een kwadratische?
7
Slide 10 - Tekstslide
Vragen?
Vragen over de opgaven
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag (af voor di 01-12-20)
Maak: Toets voorbereiding: 61 t/m 73 (foto 68a)
Vragen voorbereiden
Klaar? Nakijken
Helemaal klaar? Extra opdrachten Boom
Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt.
Lesduur is: 45 min
