REFLECTIE KORTENHAGEN
Opdracht: Reflectie schrijven over een moment waarin de communicatie tussen jou en de ander niet goed verliep.
Fase 1: beschrijf de ervaring/situatie waarop je de reflectie zal toepassen.
Wat was de concrete situatie?
Wat was mijn taak binnen deze situatie?
Welke concrete acties heb ik in deze situatie ondernomen?
Wat was het resultaat van deze acties?
Fase 2: terugblikken: wat gebeurde er concreet?
Wat zag ik?
Wat deed ik?
Wat dacht ik?
Wat voelde ik?
Fase 3: bewustwording van essentiële aspecten
Wat betekent dat nu voor mij?
Wat is het probleem (of de positieve ontdekking)?
Wat heeft dat allemaal veroorzaakt? Waar heeft het mee te maken?
Fase 4: alternatieven
Welke alternatieven zie ik (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking)?
Welke voor- en nadelen hebben die?
Wat neem ik me nu voor, voor de volgende keer?
Fase 5: uitproberen
Wat wil ik bereiken?
Waar wil ik op letten?
Wat wil ik uitproberen?