4H - Karel ende Elegast herhaling

Karel typisch Middeleeuws?
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Karel typisch Middeleeuws?

Slide 1 - Woordweb

Planning van de les
Een korte samenvatting van Karel ende Elegast
Quiz met tussendoor uitleg
Hoe bereid je dit nu voor voor je toets?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Noem een verhaalelement dat niet in de samenvatting is genoemd.

Slide 4 - Open vraag

Wat is feodaliteit ook alweer?
A
Ander woord voor standenmaatschappij
B
Het geloof in God
C
Geoorloofde diefstal
D
Het verbond tussen leenheer en leenman

Slide 5 - Quizvraag

Feodaliteit
  • Niet te verwarren met standenmaatschappij
  • Vorst is in dienst van God
  • Vorst bestuurt het land
  • Leenmannen besturen land in naam van vorst (leenheer)
  • Ander woord voor leenman = vazal
  • Hofdagen georganiseerd om vazallen te spreken

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor soort tekst is Karel ende Elegast?
A
Een fabel
B
Een mirakelspel
C
Een ridderroman
D
Een episch gedicht

Slide 7 - Quizvraag

Is Karel ende Elegast een hoofse of een voorhoofse ridderroman?
A
Hoofs
B
Voorhoofs
C
Een combinatie
D
Wat?

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de Arthurromans en de Karelromans?

Slide 9 - Open vraag

Het genre ridderromans
  • Ridderromans heel erg populair
  • Voorhoofse en hoofse ridderromans
  • Voorhoofs: nadruk op feodaliteit, kracht, trouw, winnen
  • Hoofs: nadruk op queestes, eerlijkheid en hoffelijkheid, rol van de vrouw is wezenlijk anders.
  • Karelepiek en Arthurromans

Slide 10 - Tekstslide

Waar komt Karel Elegast tegen?
A
In zijn kasteel
B
In het bos
C
Bij het kasteel van Eggeric
D
Net buiten zijn eigen kasteel

Slide 11 - Quizvraag

Welke symbolische waarde kan het bos hebben?
A
Een plek om tot inkeer te komen
B
Het onbekende en gevaarlijke
C
Een plek van vrede
D
Magie

Slide 12 - Quizvraag

Symbolische waarde bos
De zelfbespiegeling blijkt uit dat Karel zodra hij het woud binnenkomt gaat peinzen. Onder andere over Elegast.
Het feit dat Karels gedachten (ook) onmiddellijk afdwalen naar de misdaad, hangt samen met het bos als symbool van ongeordendheid (het onbekende en gevaarlijke).

Slide 13 - Tekstslide

Welke naam neem Karel aan als hij aan Elegast zijn naam moet vertellen.
A
Albert
B
Karel
C
Eggeric
D
Adelbrecht

Slide 14 - Quizvraag

Elegast moet stelen om te overleven. Van wie steelt hij?
A
Rijke adel
B
Rijke geestelijken
C
Van Karel
D
Van iedereen een beetje

Slide 15 - Quizvraag

Karel (als Adelbrecht) zegt ook te stelen. Bij wie steelt hij NIET?
A
Bij zichzelf
B
Bij kerken
C
Bij kloosters
D
Bij kluizenaars

Slide 16 - Quizvraag

Leg uit hoe Karel weet dat Elegast hem trouw is gebleven.
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Werd Karel ende Elegast veel gelezen in de middeleeuwen? Waarom wel/niet?

Slide 18 - Open vraag

Een orale cultuur
Meerdere keren wordt duidelijk in het verhaal dat dit bedoeld is om naar te luisteren.
 Vers 8 ‘Hoort hier wonder ende waarhede’;
Vers 694 ‘Verstaat, zo moogt hij wonder horen’.
Dit zijn slechts twee voorbeelden.
Daarom is ook alles op rijm.

Slide 19 - Tekstslide

Waarmee wil Karel (Adelbrecht) gaan inbreken?
A
Een ploegijzer
B
Een hamer
C
Zijn blote handen
D
Een breekijzer

Slide 20 - Quizvraag

Over dat ploegijzer
Elegast moet lachen om Adelbrecht omdat een ploegijzer wel geschikt was om lemen muren mee door te snijden en koffers mee open te maken, maar niet om door burchten met stenen muren van twee tot vijf meter dikte heen te breken. Daar was een breekijzer voor nodig. Karel laat voor de zoveelste keer zien dat hij geen doorgewinterde crimineel is.

Slide 21 - Tekstslide

Uiteindelijk is het heel handig dat Karel gaat stelen. Waarom?

Slide 22 - Open vraag

Op welke manier wordt het verraad van Eggeric bewezen?
A
Op de hofdag geeft hij dit toe
B
Door een tweegevecht met Elegast
C
Zijn vrouw verraad hem
D
Hij wordt gemarteld

Slide 23 - Quizvraag

Als Eggeric dood is na het tweegevecht, wordt hij ook nog opgehangen. Waarom?

Slide 24 - Open vraag

Hoe bereid je dit voor?
Op Teams een document met belangrijkste vragen en antwoorden bij dit werk. Leer dit goed!
Zorg dat je het verhaal zelf ook goed kent.
Bedenk voor jezelf welke begrippen van H4 en 4.1 goed passen bij dit verhaal, zo kan je het in de tijd plaatsen.

Slide 25 - Tekstslide