Les 3 Alliteratie en assonantie + Bommen-Paul Rodenko

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in je boek!
Lekker lezen in je boek




Vandaag:
Poëzie, stijlfiguren
Assonantie
Alliteratie

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet wat assonantie is
en kunt dit herkennen

Je weet wat alliteratie is en kunt dit herkennen


Slide 3 - Tekstslide

Assonantie
(Stijlfiguur)
  • Ook wel bekend als klinkerrijm, klankrijm of halfrijm.
  • De klank van beklemtoonde lettergrepen rijmt.
  • Alleen klinkers rijmen (vandaar halfrijm),  niet de daarop volgende medeklinkers.

Voorbeeld:
Over hete kolen hoor je niet te lopen


Noteer op je mindmap
Sonare=klinken

Slide 4 - Tekstslide

assonantie
Veel gebruikt in songteksten.

Ik lijk wel zot tot over mijn oren smoorverliefd op jou”
(Smoorverliefd, Doe Maar)

1:06-1:10

Slide 5 - Tekstslide

assonantie herkennen
We luisteren naar Zoutelande van Blof.
Noteer zoveel mogelijk (minimaal 3!) voorbeelden van assonantie uit dit nummer.
Goed luisteren!
Noteer op je mindmap

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Niets is beter dan met jou de kou trotseren
Er zijn mensen die naar warme landen emigreren
Maar we hebben geen geld in onze koude handen
Dus we gaan maar naar je ouders in Zoutelande, in Zoutelande

En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
Boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis
Maakte me toch al nooit uit waar we waren
We verzuipen onszelf in de drank van je vader

Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Niets is mooier dan met jou het land doorkruisen
Op mistroostige plekken je bij me te hebben
En te zien dat het goed is, te zien dat we bruisen
En met wodka en met bokking tussen reddingsbanden (a-ha)




En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
En boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis


1e strofe bomvol assonantie           (4x)

Slide 8 - Tekstslide

Niets is beter dan met jou de kou trotseren
Er zijn mensen die naar warme landen emigreren
Maar we hebben geen geld in onze koude handen
Dus we gaan maar naar je ouders in Zoutelande, in Zoutelande

En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
Boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis
Maakte me toch al nooit uit waar we waren
We verzuipen onszelf in de drank van je vader

Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Niets is mooier dan met jou het land doorkruisen
Op mistroostige plekken je bij me te hebben
En te zien dat het goed is, te zien dat we bruisen
En met wodka en met bokking tussen reddingsbanden (a-ha)




En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
En boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis.


Waarom spreken we niet van assonantie in deze zin?

Slide 9 - Tekstslide

Alliteratie
(Stijlfiguur)
  • Ook wel bekend als beginrijm, stafrijm (staf=letter) of letterrijm
  • Vorm van rijm waarbij er gebruik wordt gemaakt van dezelfde beginletter. 
  • De eerste letters in verschillende, beklemtoonde lettergrepen zijn hetzelfde., zoals in ‘kant en klaar’ en ‘bezige bij’.

Bekend voorbeeld:
Líesje léerde Lótje lópen lángs de lánge Líndelaan


Noteer op je mindmap
Let op!
Je hebt nog niet meteen een alliteratie te pakken wanneer twee woorden met dezelfde letter beginnen. De klemtoon speelt ook mee. Donald Duck is dus wel een alliteratie, maar Guus Geluk niet.

Slide 10 - Tekstslide

Soms ligt de alliteratie er dik bovenop.
“De zoute zee slaakt een diepe zilte zucht.”

(Bløf – Aan de kust)


Maar vaak is het wat subtieler. . .

Slide 11 - Tekstslide






Niets is beter dan met jou de kou trotseren
Er zijn mensen die naar warme landen emigreren
Maar we hebben geen geld in onze koude handen
Dus we gaan maar naar je ouders in Zoutelande, in Zoutelande

En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
Boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis
Maakte me toch al nooit uit waar we waren
We verzuipen onszelf in de drank van je vader


Zoek en noteer de alliteraties

Slide 12 - Tekstslide

Alliteratie
Niets is beter dan met jou de kou trotseren
Er zijn mensen die naar warme landen emigreren
Maar we hebben geen geld in onze koude handen
Dus we gaan maar naar je ouders in Zoutelande, in Zoutelande

En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
Boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis
Maakte me toch al nooit uit waar we waren
We
verzuipen onszelf in de drank van je vader
Noteer de voorbeelden op je mindmap

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel alliteraties zie jij?
De lieve leerlingen lazen in de lessen literatuur levenloze, langdradige levensverhalen van lachende lozers.



Niet vergeten: alleen beklemtoonde lettergrepen tellen mee!

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
Wat is alliteratie?
Wat is assonantie?

. . . en kun je deze stijlmiddelen nu ook herkennen?


Slide 15 - Tekstslide

Bommen - Paul Rodenko
Stijlmiddelen
Repititio, assonantie, alliteratie, personificatie, vergelijking

LESDOELEN
  • Je weet wat assonantie is en kunt dit herkennen

  • Je weet wat alliteratie is en kunt dit herkennen

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag
- Bespreken gedicht Bommen
-artikel lezen over Paul Rodenko
Meivakantiequiz!

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 26 april
  • Zoek op de site www.poëzie-leestafel.info  een gedicht waarin je zowel alliteratie als assonantie tegenkomt.
  • Neem het gedicht over, markeer met verschillende kleuren de alliteraties én assonanties.
  • Geef je mening over dit gedicht (onderbouwen!)

Slide 18 - Tekstslide

Al besproken:
De zestigers (alles is kunst, zelfs een boodschappenlijstje: Readymade)
Vandaag stapje verder terug in de tijd: De vijftigers

Slide 19 - Tekstslide

Dichtersgroep De vijftigers

Stroming die opkwam na WO II

Jonge dichters die zich afzetten tegen de traditionele verskunst. Poëzie moest volgens hen experimenteel zijn, uitgaande van de zintuiglijke ervaring, van de materie, en niet van een vooropgezet levensgevoel (zoals de romantiek of het humanisme).

Bekende Vijftigers: Lucebert, Gerrit Kouwenaar, Simon Vinkenoog, Hans Lodeizen, Hans Andreus en PAUL RODENKO

Slide 20 - Tekstslide

Bommen-Paul Rodenko
Jullie hebben een analyse gemaakt van het gedicht bommen. 

Wat doen die kangoeroes in de straten? Wat bedoelt hij met huizen die een rode vlag hijsen?

Slide 21 - Tekstslide

Bommen - Paul Rodenko
Stijlmiddelen
Repititio, assonantie, personificatie, vergelijking
Inhoud

Slide 22 - Tekstslide

Wat doen die kangoeroes in dat gedicht?
Zoals bij veel poëzie heb je soms wat meer context nodig om tot een dieper begrip te komen.
We kijken even naar wie Paul Rodenko was, wanneer hij leefde, etc.

Slide 23 - Tekstslide

Paul Rodenko
geboren op 26 november 1920 in Den Haag

Zoon van een Russische vader en een Engels-Nederlandse moeder.  In 1943 dook hij onder vanwege de Arbeitseinsatz.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat je iets meer verdiepen in dit gedicht. Lees in Classroom een artikel uit het NRC over dit gedicht.
Je krijgt hierna een paar vragen over dit artikel.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe verklaart de schrijver van dit artikel de aanwezigheid van kangoeroes in het gedicht?
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

en drie vier huizen hijsen traag
hun rode vlag

Welke verklaring (uit jullie analyses) klopt volgens de schrijver?
A
de huizen staan in brand
B
De communisten nemen de stad over
C
vlaggen wordt gebruikt als synoniem voor de doden
D
De huizen geven zich over

Slide 27 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
en drie vier huizen hijsen traag
hun rode vlag
A
Personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie

Slide 28 - Quizvraag

Poëziedossier
Eind van deze lessenserie lever je je mindmap in en jouw Poëziedossier.

 
Besteed aandacht aan de vormgeving en spelling en zinsbouw


Slide 29 - Tekstslide

Inhoud poëziedossier
Voorblad  (naam, klas, titel, mooie vormgeving)
Inhoudsopgave

Opdracht 1 Zelfgekozen gedicht + korte analyse
Opdracht 2 Readymade
Opdracht 3 Haiku
Opdracht 4 Analyse bommen (
Opdracht 5 2 gedichten met opvallende stijlfiguren
Opdracht 6 Alliteratie en assonantie
Opdracht 7 Idioot op het dak
Opdracht 8 Melopee
Opdracht 9 Sonnet
Opdracht 10 eindopdracht
+ Extra eigen werk (Haiku, xxxx, xxxxx )                                                   Nawoord (conclusie)

Slide 30 - Tekstslide

Klaar voor de meivakantiequiz?
Laptop van tafel.
Maak teams van vier.
Schrijf jullie namen boven het antwoordblad.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link