2M Frans chapitre 4 grammatica

Grammaire chapitre 4
Pak je boeken op de volgende pagina's:
TB p. 69
WB p. 61
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammaire chapitre 4
Pak je boeken op de volgende pagina's:
TB p. 69
WB p. 61

Slide 1 - Tekstslide

Regelmatige ww op -re
Bijvoorbeeld: vendre (verkopen), attendre (wachten), perdre (verliezen), répondre (antwoorden), rendre (teruggeven), entendre (horen), descendre (uitstappen).
> Je maakt ze allemaal op dezelfde manier, daarom dus "regelmatig". Gebruik de volgende regels:
1) STAM = hele ww - RE
2) STAM + uitgang

Slide 2 - Tekstslide

perdre (verliezen)
je perds
tu perds
il/elle/on perd
nous perdons
vous perdez
ils/elles perdent

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de goede vorm?
ik verkoop = je (vendre)
A
vend
B
vends
C
vendons
D
vendez

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de goede vorm?
wij verkopen = nous (vendre)
A
vend
B
vends
C
vendons
D
vendez

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de goede vorm?
zij verkopen = ils (vendre)
A
vendez
B
vends
C
vendons
D
vendent

Slide 6 - Quizvraag

Verleden tijd
In het Frans de "passé composé"
Ik heb verloren = J'ai perdu

Dus: 
- Je gebruikt 'avoir' (hebben) in de goede vorm.
- Voltooid deelwoord = STAM + U

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de goede vorm?
Jij hebt gewacht = Tu (attendre)
A
ai attendu
B
as attendu
C
avons attendu
D
ont attendu

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de goede vorm?
U hebt geantwoord = Vous (répondre)
A
ai répondu
B
as répondu
C
avons répondu
D
avez répondu

Slide 9 - Quizvraag

Bijwoord
Kijk de video en beantwoord daarna de vragen.
Pak alvast exercice 9 (WB p. 61) voor je.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

We maken nu samen:
Exercice 9 en 11
(WB p. 61)

Slide 12 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Dit noem je in het Frans de "impératif".
Zo geef je iemand een opdracht/order/bevel.

Kijk het filmpje en beantwoord de vragen.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is de gebiedende wijs tegen één persoon van het ww "donner"?
A
donne le livre!
B
donnons le livre!
C
donnez le livre!

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs van "donner" in de beleefde vorm?
A
donne le livre!
B
donnons le livre!
C
donnez le livre!

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs van "vendre" tegen meerdere mensen?
A
vends la maison!
B
vendons la maison!
C
vendez la maison!

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs van "vendre" tegen meerdere mensen en jezelf?
A
vends la maison!
B
vendons la maison!
C
vendez la maison!

Slide 18 - Quizvraag

We maken nu samen: 
Exercice 10 (WB p. 62)

Tips om de goede antwoorden te vinden:
- nummer 1 = ww op -er (TB p. 147)
- nummer 2 = ww op -ir (TB p. 147)
- nummer 5: ww faire (TB p. 153)
- nummer 3 en 5 = ww op -re (TB p. 69)

Slide 19 - Tekstslide

Let op! Belangrijk!
Volgende week sluiten we chapitre 4 af met twee cijfers:
1) Jullie krijgen een cijfer voor weekopdrachten (SO).
2) Jullie krijgen een grammaticatoets chapitre 4 in Lessonup (SO). Op het cijfer van de grammatica tel ik een bonus van 0,5 of 1 punt als je voldoende oefeningen online gemaakt hebt.

Slide 20 - Tekstslide