Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
A2 Taaltraining Frans 4+5 Persoon.vnw met nadruk, Conditionnel, tout/tous, overtreffende trap
Devoirs pour Leçon 5
WB ex. 19 à 26 pages 36-38
Extra WB ex. 27 et 28 p. 39 (lire TB p. 37)
Apprendre TB page 38
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Enseignement Professionnel
In deze les zitten
29 slides
, met
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Devoirs pour Leçon 5
WB ex. 19 à 26 pages 36-38
Extra WB ex. 27 et 28 p. 39 (lire TB p. 37)
Apprendre TB page 38
Slide 1 - Tekstslide
4 Savoir-faire
Utiliser le dictionnaire et traduire les phrases TB 1ab, 2ab p. 39
Comprendre les règles du jeu sur la Suisse TB 3 p. 40-41
Les faux-amis (mots à confondre) TB 4 p. 42
Les jeux de mots TB 5ab, 6, 7
Slide 2 - Tekstslide
WB exercices
Jeu de communication WB 1 p. 41
Comprendre des documents divers WB 2, 3, 4 p. 42-43
Slide 3 - Tekstslide
5 On vous invite !
Parler de fêtes
Accepter ou refuser une invitation
Féliciter et remercier
Écrire une carte de vœux
TB ab p. 43
Slide 4 - Tekstslide
5A Invitations
Parler de fêtes. Accepter ou non une invitation 1ab, 2ab, 3, 4ab, 7
Grammaire : Persoonlijke voornaamwoorden met nadruk
(les pronoms toniques) TB 2cd p. 45
Expressions pour proposer une invitation TB 5ab p. 46
Grammaire : Conditionnel TB 6ab
Slide 5 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
Je = ik
Moi = ik met nadruk
Tu = jij
Toi = jij met nadruk
il = hij
Lui = hij met nadruk
elle = zij en zij met nadruk.
Slide 6 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
nous = wij en wij met nadruk
vous = jullie en jullie met nadruk (en u)
ils = zij
eux = zij met nadruk (mnl.)
elles = zij en zij met nadruk (vrl.)
Slide 7 - Tekstslide
Exemples:
Moi
= ik (
met nadruk
, of
na
c'est
)
Moi, je suis Julie: ìk ben Julie. (Ik met nadruk).
C'est moi! Ik ben het!
Toi
= jij (
met nadruk
, of
na c'est
)
Lui
= hij (
met nadruk
, of na
c'est
)
Elle
= zij (met en zonder nadruk of na c'est).
Slide 8 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord met nadruk
mij, ik
moi
jou, jij
toi
hem, hij
lui
haar, zij
elle
ons, wij
nous
jullie, u
vous
hen, zij (m)
eux
hen, zij (v)
elles
Slide 9 - Tekstslide
Conditionnel
Slide 10 - Tekstslide
Le
conditionnel
Slide 11 - Tekstslide
Le futur & le conditionnel
Het hele werkwoord + uitgang:
Uitgang futur:
ai
as
a
ons
ez
ont
Uitgang conditionnel:
ais
ais
ait
ions
iez
aient
Slide 12 - Tekstslide
Uitzonderingen
Regelmatige ww: heel ww + uitgang van de conditionnel
Onregelmatige ww: stam+ uitgang van de conditionnel
De stammen van de volgende ww leer je uit je hoofd:
être
ser
avoir
aur
faire
fer
aller
ir
pouvoir
pourr
vouloir
voudr
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
5A WB exercices
Vocabulaire de communication WB 1, 2, 3, 4, 8ab, 14 p. 47-49
Gram. : Persoon. vnw met nadruk (Pronom tonique) WB 5, 6, 7
Grammaire : Conditionnel WB 9, 10, 11, 12, 13abc p. 49-51
Slide 17 - Tekstslide
5B Souhaits et cadeaux
Écrire une carte de vœux TB 1bc, 2ab, 3 p. 47
Grammaire : tout/tous, toute/toutes TB 2c, 2 p. 47-48
Grammaire : Overtreffende trap (Superlatif) TB 4ab p. 48
Écouter et écrire sur les cadeaux offerts TB 5abc, 6abcd, 7
Slide 18 - Tekstslide
ALLE :
TOUT/TOUTE/TOUS/TOUTES
Verwerk de eerste slides in je aantekeningenschrift
Daarna check je of les 1 en 2 af zijn.
Tout heeft vier vormen:
mannelijk enkelvoud = tout
vrouwelijk enkelvoud = toute
mannelijk meervoud = tous
vrouwelijk meervoud = toutes
Slide 19 - Tekstslide
tout le...
toute la...
tous les...
toutes les...(familles, v mv)
Slide 20 - Tekstslide
Exemples
1 tous les touristes
2 toute la journée
3 toutes les semaines
4 tout
5 tout le mois
Slide 21 - Tekstslide
Le comparatif (overtreffende trap)
Slide 22 - Tekstslide
de overtreffende trap
Slide 23 - Tekstslide
Vergrotende en overtreffende trap
Slide 24 - Tekstslide
OVERTREFFENDE TRAP
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
WB exercices
Grammaire : tout/tous, toute/toutes WB 15 p. 52
Grammaire: Overtreffende trap (Superlatif) WB 16, 17, 18 p. 52-53
Expression de félicitations WB 19ab, 20
Slide 28 - Tekstslide
Devoirs pour Leçon 6
Chapitre 4 : WB Verbes et Test pages 44-46
Chapitre 5 : WB 21 à 27 pages 54-57
Extra
WB
ex.
28 p. 57 (lire TB p. 51)
Apprendre TB page 52
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
A1 Taaltraining Frans 6, pouvoir, manger, mots fréquence, 'on', devoir, manger, vraagzin, tout
Februari 2023
- Les met
39 slides
Frans
Enseignement Professionnel
A1 Taaltraining Frans 4/5 delend lidw hoevlh/ontk., prendre, kloktijden, acheter, jours sem, nombres
Januari 2023
- Les met
49 slides
Frans
Enseignement Professionnel
3H Grammaire chapitre 4
Maart 2021
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
A2 Taaltraining Frans 6 ce qui/ce que, Futur, bijwoord/bijvoeg.vnw
Januari 2023
- Les met
29 slides
Frans
Enseignement Professionnel
2AM Le comparatif et le superlatif
April 2023
- Les met
45 slides
Frans
Secundair onderwijs
A2 Taaltraining Frans 9, discours indirect, venir de
Februari 2023
- Les met
28 slides
Frans
Enseignement Professionnel
A1 Taaltraining Frans 6, pouvoir, manger, mots fréquence, 'on', devoir, manger, vraagzin
Februari 2023
- Les met
34 slides
Frans
Enseignement Professionnel
A1 Taaltraining Frans 1 prononciation, liaison, alphabet, être, pers.vnw.
December 2022
- Les met
24 slides
Frans
Enseignement Professionnel