Les 48 en 49 Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Les 48 en 49
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Les 48 en 49
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Les 48 vraag 1 en 2

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijk en bezittelijk
Persoonlijk voornaamwoord: duidt een persoon of ding aan.
- Ik ben docent. 
- Hij is erg cool.
- Ik mag jullie erg graag.
- Die vriend van jou.

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk en bezittelijk
Bezittelijk voornaamwoord: duidt het bezit aan van iemand. Het staat altijd voor het zelfstandig naamwoord!
- Het is mijn bal.
- Dat is haar trui.
- Dit is jouw pen.

Slide 6 - Tekstslide

Ken ik ... niet ergens van?
A
jou
B
jouw

Slide 7 - Quizvraag

Het is ook in ... belang dat je meewerkt.
A
jou
B
jouw

Slide 8 - Quizvraag

Ik laat ... niet langer wachten.
A
jou
B
jouw

Slide 9 - Quizvraag

... verhaal slaat echt nergens op.
A
Jou
B
Jouw

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb jou/jouw een mooie kaart gestuurd.
A
jou
B
jouw

Slide 11 - Quizvraag

De mensen op de voorste rij kunnen de conversatie wellicht beter volgen dan ons/ wij
A
ons
B
wij

Slide 12 - Quizvraag

Wij zijn op zoek naar een handige jongen zoals jij/ jou.
A
jij
B
jou

Slide 13 - Quizvraag

Hun/ ze vinden het moeilijk de beslissing van de scheidsrechter te accepteren.
A
hun
B
ze

Slide 14 - Quizvraag

Noteer het bezittelijk voornaamwoord:
Ik had al voorspeld dat jouw plan zou mislukken.

Slide 15 - Open vraag

Noteer het bezittelijk voornaamwoord:
We hebben allemaal ons best gedaan.

Slide 16 - Open vraag

Noteer het bezittelijk voornaamwoord:
Hun woorden hebben veel indruk op mij gemaakt.

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk
Les 49 vraag 1 en 2 maken

Slide 18 - Tekstslide