In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Stroom en elektriciteit
Plasma bol
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat is elektriciteit?
Stroom, elektriciteit, spanning. Iedereen heeft deze begrippen weleens gehoord, maar hoe zit dit nu eigenlijk?
Elektriciteit is een vorm van energie;
Je kunt elektriciteit omschrijven als:
De stroom die nodig is om bijvoorbeeld een lamp te laten branden of een smartphone op te laden.
Slide 3 - Tekstslide
Stroom (denk aan stroming)
Een lekker meertje is niet zo gevaarlijk. Bewegend water (stromend) in het kolkende riviertje wel.
Slide 4 - Tekstslide
Werken met elektriciteit
Werken met elektriciteit is niet zonder risico!
De risico's van stroom door het lichaam zijn o.a. afhankelijk van:
Hoogte van de spanning;
De stroomsterkte;
Tijd van de stroomdoorgang;
De weerstand van de ondergrond.
Groot risico: een elektrische schok!
Slide 5 - Tekstslide
Elektriciteit
Laagspanning > minder dan 400V (bv apparaten thuis)
Hoogspanning > meer dan 1000V (bv elektrische trein)
Stroom moet kunnen geleiden, zoals in koperdraad (weinig weerstand, optimale geleiding).
Andere stoffen laten minder makkelijk stroom door, zoals rubber of plastic (veel weerstand, slechte geleiding).
Als je met elektriciteit werkt, is het dus veiliger om rubberen handschoenen en rubberen schoenzolen te dragen!
Slide 6 - Tekstslide
Waarom is het veiliger om op een rubberen mat te staan als je met elektriciteit werkt?
A
Rubber zorgt ervoor dat je jouw handen niet verbrand bij kortsluiting
B
Het rubber geleidt stroom niet goed (weerstand is hoog). Daardoor is jouw lichaam beter beschermd tegen de elektriciteit.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Vanaf welke stroomsterkte kan er hartfibrillatie optreden?
A
Vanaf 5mA
B
Vanaf 20mA
C
Vanaf 25mA
D
Vanaf 30mA
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Stroomkring vandaag
Stroomkring kunnen tekenen
Een stroomkring kunnen opbouwen
Snappen hoe je (meerdere) lampjes kunt laten branden
(wij gaan werken met minder dan 0.1 mA)
Slide 11 - Tekstslide
Stroomkring
Een stroomkring is gesloten en werkt alleen wanneer er in de stroomkring een spanningsbron (bijv. batterij), een weerstand (apparaat) en elektriciteitsdraden zijn opgenomen.
Elektrische stroom is een stroom van elektrische geladen deeltjes
Plus
Min
Slide 12 - Tekstslide
Icoontjes:
Slide 13 - Tekstslide
Teken nu zelf:
- een stroomkring van een batterij en een lamp in het werkblad
- Een stroomkring van een batterij, een schakelaar en een lamp
Slide 14 - Tekstslide
Maak nu zelf een stroomkring
- Eerst met alleen een lamp
- Daarna met drie lampjes
- Daarna met een lamp (of meerdere) en een schakelaar
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de lampjes als je één lampje eruit draait
A
Niets, de andere lampjes blijven branden
B
De lampen vallen uit
Slide 17 - Quizvraag
De lampjes gaan uit
Hoe komt dit?
Slide 18 - Tekstslide
Jullie hebben een serieschakeling gemaakt, het lampje was onderdeel van de kring, daarom ging het uit
Slide 19 - Tekstslide
Bij een parralelschakeling blijven de lampjes wel branden als er een lampje uit gaat (denk aan lantaarnpalen).
Slide 20 - Tekstslide
Teken nu zelf een parralelschakeling en maak deze na