B&L leereenheid 2 - Observeren en Zelfbeeld

B&L leereenheid 2 Observeren en zelfbeeld


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
B&LMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

B&L leereenheid 2 Observeren en zelfbeeld


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel veranderingen heb jij gezien in het filmpje?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan een goede observatie worden eisen gesteld. Een goede observatie is:

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Eisen aan een goede observatie
  • Betrouwbaar
  • Valide
  • Objectief
  • Nauwkeurig
  • Onafhankelijk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectief
Odette: 
"Brian verveelt zich duidelijk, Zit de hele tijd te wiebelen. hij snapt de uitleg waarschijnlijk niet"

Kim: 
10:01 uur: Brian beweegt het bovenlichaam vier keer van voren naar achteren.
10:02 uur: Brian krijgt de bal en houdt de bal in twee handen vast.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen en waarnemingsfouten
  • Selectief waarnemen
  • Subjectief waarnemen
  • Begin en eind
  • Contrast
  • Projectie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selectief waarnemen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief waarnemen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begin en eind

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contrast

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was ook al weer het halo en horn effect?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Projectie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatie Methoden
  • Participerende observatie (zelf meedoen aan de activiteit)
  • Niet-participerende observatie (zit je aan de kant en observeert)
  • Kwalitatieve observatiemethoden
Beschrijvende observatie
Event sampling (ABC)
Beoordelingsschalen en checklists
  • Kwantitatieve observatiemethoden
Time sampling (het turven en tellen van bepaald gedrag)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het stappenplan
  • Bepaal het doel
  • Bepaal het te observeren gedrag
  • Kies een passende observatiemethode
  • Kies eventuele hulpmiddelen
  • Bepaal de observatiesituatie
  • Kies een manier van rapporten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeeld

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probeer het begrip zelfbeeld te formuleren

Slide 19 - Woordweb

Omschrijving zelfbeeld:
Het subjectieve oordeel dat iemand zich vormt van zichzelf onder invloed van anderen en onder invloed van ervaringen

Hoe kijk je naar jezelf?
Welk beeld heb je van jezelf?
Wat heeft allemaal invloed op het zelfbeeld?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstenen van het zelfbeeld

  • Lichaamsbeeld Subjectieve (eigen) oordeel/Oordeel uiterlijke verschijning
  • Sociale contacten 
  • Cognitieve bekwaamheid
  • Persoonlijkheid
  • Werk, vrijwilligerswerk
  • Materieel bezit
  • Creativiteit
  • Muzikaliteit

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En wat is het belang van een groep hier in?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een groep
  • Gemeenschappelijk doel of interesse (groepsdoel)
  • Bepaalde structuur (groepsstructuur)
  • Bepaalde cultuur (groepscultuur)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat haal jij uit dit filmpje?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende zelfbeelden
  • Reëel positief zelfbeeld
  • Reëel negatief zelfbeeld
  • Verondersteld onvermogen
  • Verondersteld vermogen
  • Onecht diffuus zelfbeeld
  • Echt diffuus zelfbeeld

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faalangst is ....

Slide 27 - Woordweb

Angst in situaties waarin gepresteerd moet worden

Hoe zou faalangst kunnen ontstaan?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten faalangst

Eerste indeling:
positieve faalangst
negatieve faalangst
Tweede indeling:
sociale faalangst
cognitieve faalangst
motorische faalangst

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan van faalangst

  • Gering zelfvetrouwen
  • Overschatting
  • Onderschatting
  • Persoonlijkheid

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signalen van faalangst?

Slide 31 - Woordweb

  • te hoge of lage doelen stellen
  • in wedstrijd minder presteren dan op trainingen
  • toeschrijven van succes aan toeval  en van falen aan zichzelf
  • teruggetrokken gedrag
  • lichamelijke kenmerken(zweten, zenuwachtig, ademhaling)
  • moeilijk kunnen concentreren
  • lichamelijke klachten(hoofdpijn, nekpijn etc)
THE END
Vragen? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies