exponentieel verband

exponentieel verband
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

exponentieel verband

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

wat wisten je niet meer?

Slide 3 - Open vraag

lesdoelen
  • aan het einde weet je wat de formule is voor een exponentieel verband
  • waarvoor alle variable staan

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

aantal x verdubbeld
0
1
2
3
4
aantal burgers
1
2
4
8
16

Slide 6 - Tekstslide

uitproberen.
  1. grafische reken machine of Geogabra
  2. vul in  y=b*g^x 
  3.  vul voor b en g willekeurige getallen in
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

wat gebeurt er als je b invuld?

Slide 8 - Open vraag

wat gebeurt er als je g invuld?

Slide 9 - Open vraag

y=b*g^x 
y= het aantal
b= begin punt
g= groeifactor
x= de tijd

Slide 10 - Tekstslide

het aantal bacteriën verdubbeld per uur.
b=6
g=2
t= aantal uren

y=b*g^x 
tijd in uren
0
1
2
3
4
5
aantal bacterien
6
12
24
48
96
194

Slide 11 - Tekstslide

y=6*2^x 
b=6
g=2
t= aantal uren
tijd in uren
0
1
2
3
4
5
aantal bacterien
6
12
24
48
96
194

Slide 12 - Tekstslide

In de stad zijn 30 ziek mensen elke dag verdubbeld het aantal.
  1. wat is hier het begin getal?
  2.  wat is de groei factor?
  3. vul de tabel in
tijd in dagen
0
1
2
3
4
aantal zieken

Slide 13 - Tekstslide

tijd in dagen
0
1
2
3
4
5
aantal zieken
In de stad zijn 30 ziek mensen elke dag verdubbeld het aantal.
30
60

120
240
480

960

Slide 14 - Sleepvraag

zelf opdrachten maken
zelfstandig, opgaven uit het boek van exponentieel verband paragraaf 1 
klaar- kijk vast naar volgende paragraaf
hulp- vraag eerst aan de leerlingen naast je daarna naar docent.


Slide 15 - Tekstslide

waar voor staat b in de formule y=b*g^x
A
boven
B
begin punt
C
onder
D
bij de x as

Slide 16 - Quizvraag

waar voor staat de g in deze formule?
y=b*g^x
A
groeps groote
B
getallen
C
groeifactor
D
geogabra

Slide 17 - Quizvraag

als g tussen de 0 en 1 zit dan:
A
groeit die
B
dan daalt die

Slide 18 - Quizvraag

exponentieel verband

Slide 19 - Woordweb