4.1 + 4.2 + 4.3 Evolutietheorie en argumenten voor evolutie


Startopdracht
timer
5:00
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Startopdracht
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken voor de rest van het schooljaar

Slide 2 - Tekstslide

Betekenis kleuren dia
Blauwe dia, leerlingen zijn stil

Slide 3 - Tekstslide

Betekenis kleuren dia
Geel/oranje dia, leerlingen mogen fluisteren

Slide 4 - Tekstslide

Betekenis kleuren dia
Groene dia, leerlingen mogen praten voor overleg

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Startopdracht 
  • Korte toelichting op je mindmap (4.1 en 4.2)
  • 4.3  toegelicht
  • Tussendoor aan het werk met opdrachten

Slide 6 - Tekstslide



Ordening en evolutie
We gaan doen:
4.1,  4.2,  4.3 



Slide 7 - Tekstslide

Chaos
orde

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen
Je kan organismen indelen steeds kleinere groepen.

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer hoor je tot dezelfde soort?

Slide 10 - Tekstslide

Aziatische olifant
Afrikaanse olifant

Slide 11 - Tekstslide

Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 12 - Tekstslide

4 rijken
Domein Eukaryoten bestaat uit o.a. 3 rijken



Domein bacteriën bestaat uit:

Slide 13 - Tekstslide


Het domein bacteriën +  het domein eukaryoten met zijn 3 rijken

Slide 14 - Tekstslide

Behoren deze bloemen tot dezelfde soort?
A
ja, want ze kunnen zich onderling voortplanten
B
nee, want ze zijn anders van kleur

Slide 15 - Quizvraag

In welk rijk plaats je deze afbeelding?

Slide 16 - Open vraag

We gaan wat vragen doen
pak je wisbord
overleg op fluistertoon tijdens de vragen mag

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
Ordening (of ordenen)

Slide 18 - Quizvraag

Ordening verdeel je in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen

Slide 19 - Quizvraag

A
B
C
D
Dierlijke cellen
Bacterien 
Schimmels
Planten

Slide 20 - Sleepvraag

Welke cellen hebben bladgroenkorrels?
A
Dierlijke cellen
B
Dierlijke en plantaardige cellen
C
Plantaardige cellen
D
Schimmel cellen

Slide 21 - Quizvraag

Welke cellen zie je hier?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 22 - Quizvraag

Mensen bestaan uit .........
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen
C
menselijke cellen

Slide 23 - Quizvraag

1 minuut praten met buurmens
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

H4 Ordening en evolutie
4.2 De evolutietheorie
4.3 Argumenten voor evolutie

Slide 25 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
- Weet je hoe evolutie te werk gaat;
- Kun je natuurlijke selectie beschrijven;
- Kun je argumenten benoemen die de evolutietheorie ondersteunen.

Slide 26 - Tekstslide

De evolutietheorie
Het ontstaan en veranderen van levensvormen op aarde gedurende lange tijd
- Willekeurige veranderingen in genotypes: Mutaties
- Natuurlijke selectie
- Ontstaan van nieuwe soorten
(isolatie, barrières)

Slide 27 - Tekstslide

Veranderingen in het genotype (en fenotype)
Mutaties kunnen bepaalde eigenschappen anders maken.

Slide 28 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Roofdieren zullen nu vooral de bruine muizen eten, die vallen op. Grijs is beter aan het milieu aangepast om te overleven.






Grijs = schutkleur

Slide 29 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Roofdieren zullen nu vooral de bruine muizen eten, die vallen op. Grijs is beter aan het milieu aangepast om te overleven. 



Grijs = schutkleur

Slide 30 - Tekstslide

Een nieuwe soort?

Slide 31 - Tekstslide

Ontstaan van nieuwe
soorten
Kan ook gebeuren als een populatie
gescheiden en geïsoleerd wordt.

Barrières voorkomen voortplanten.

Slide 32 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Werk aan de opdrachten van 
4.1: 8 en 10
4.2: 16 en 17
- De eerste 5 minuten werk je in stilte



timer
5:00

Slide 33 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Werk aan de opdrachten van 
4.1: 8 en 10
4.2: 16 en 17
- De tweede 5 minuten werk je in stilte of in fluisterstand



timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

Pak wisbord
En overleg met elkaar
1 minuut de tijd
timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide

Waarom kan er geen nieuwe soort ontstaan als de dieren onderling nog voort kunnen planten?

Slide 36 - Open vraag

Argumenten voor evolutie
- Fossielen
- Overeenkomsten in bouw
- Rudimentaire organen
- Overeenkomsten in cellen en stoffen

Slide 37 - Tekstslide

Fossielen
Fossielen (versteende resten van organismen) laten zien dat er in vele jaren nieuwe soorten zijn ontstaan en uitgestorven.

Slide 38 - Tekstslide

Overeenkomsten in bouw
Ondanks de verschillen van buiten,
lijken alle dieren toch veel op elkaar.

Slide 39 - Tekstslide

Rudimentaire organen
Overblijfselen van organen die niet meer 
gebruikt worden.

Slide 40 - Tekstslide

Zelfstandig werken aan opdrachten

4.3: 20, 24 en 26
timer
5:00

Slide 41 - Tekstslide

Zelfstandig werken aan opdrachten

4.3: 20, 24 en 26
- Nu werk je in stilte of in fluisterstand. 
timer
5:00

Slide 42 - Tekstslide

We gaan nu samenvatten
  • Met een aantal vragen een check of je de les begrepen hebt
  • pak wisbordje

Slide 43 - Tekstslide

Wat is geen evolutie
A
Telefoons die steeds sneller worden
B
Mensen worden steeds langer
C
Huiskatten worden steeds liever
D
De gemiddelde Nederlander wordt dikker

Slide 44 - Quizvraag

Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met geen aanpassing aan het milieu.
D
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.

Slide 45 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan?
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt

Slide 46 - Quizvraag

Mensen hebben rudimentaire organen. Welk van de volgende organen is rudimentair?
A
Galblaas
B
Blinde darm
C
Endeldarm
D
Lever

Slide 47 - Quizvraag

In de afbeelding zijn de poot van een krokodil, de vleugels van een vleermuis en de vleugel van een vlieg getekend.

Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
de poot van de krokodil en de vleugel van de vleermuis
B
de poot van een krokodil en de vleugel van een vlieg.
C
de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg

Slide 48 - Quizvraag

Schoolwerk
L: kennisoverzicht 4.1 t/m 4.3
LZ: 4.6 en 4.7
M:Zorg dat de opdrachten af zijn:
4.1: 8 en 10
4.2: 16 en 17
4.3: 20, 24 en 26

Slide 49 - Tekstslide