Zet de volgende vier zinnen in de goede volgorde:
1 De Amerikaanse maïs is goedkoper dan de Mexicaanse maïs.
2 Veel boeren verlaten hun land en trekken naar de stad.
3 De Mexicaanse boeren hebben nu een probleem, omdat hun maïs duurder is dan de Amerikaanse maïs.
4 In 1994 maakten de VS een afspraak met Mexico dat ze maïs mochten verkopen in Mexico zonder invoerheffing.