Herhaling H1 en H2
1 / 32
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De belangrijkste pullfactor van het grensgebied (VS-MEX) is
A
de afwezigheid van werk
B
de lagere lonen
C
de aanwezigheid van werk
Slide 9 - Quizvraag
Het geboortecijfer in Mexico
A
is gedaald
B
is gestegen
C
is gelijk gebleven
Slide 10 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de koopkracht van een Mexicaans familielid in Mexico die geldzendingen ontvangt van iemand die werkzaam is in de VS?
A
die wordt groter
B
die daalt
C
die blijft gelijk
Slide 11 - Quizvraag
Een negatieve factor aan de geldzendingen is
A
de volledige afhankelijkheid van iemand anders
B
De kleine bijdrage aan het inkomen van de achterblijvers
C
dat US dollars niet gebruikt kunnen worden in Mexico
D
Het geld wordt niet geïnvesteerd in de lokale economie
Slide 12 - Quizvraag
Geldzendingen zijn voor de ontvangers
A
uitsluitend positief
B
uitsluitend negatief
C
zowel positief als negatief
Slide 13 - Quizvraag
Een sociaal-cultureel gevolg van de komst van maquiladoras is......
A
geldzendingen
B
slechte arbeidsomstandigheden
C
vermenging van culturen
D
milieuvervuiling
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn nog meer nadelen van geldzendingen voor herkomstgebieden
A
Er wordt weinig gemaakt in eigen land
B
Geld wordt niet goed besteed
C
Afhankelijkheid van geldzendingen
D
Inkomensverschillen kunnen toenemen
Slide 15 - Quizvraag
Na 25 jaar NAFTA bleek de NAFTA vooral nadelig te zijn geweest voor
A
de Mexicaanse boeren
B
de Mexicaanse industrie
C
De Amerikaanse boeren
D
De Amerikaanse industrie
Slide 16 - Quizvraag
Wat is géén bestaand voordeel van de NAFTA voor Amerika
A
Illegale migratie neemt af
B
Grotere afzetmarkt
C
Vrije handel
D
Goedkopere arbeidskrachten
Slide 17 - Quizvraag
Wie heeft het meeste voordeel van de volgende wijziging in het NAFTA beleid:
Minstens 40% van de auto moet gemaakt zijn door werknemers die het minimumloon van $16 p/u betaald krijgen.
Minstens 40% van de auto moet gemaakt zijn door werknemers die het minimumloon van $16 p/u betaald krijgen.
A
Werknemers in Canada
B
De autoverkopers in Canada
C
De werknemers in Mexico
D
De autobedrijven
Slide 18 - Quizvraag
Heeft Mexico een vestigingsoverschot of vertrekoverschot
A
Vestigingsoverschot
B
Vertrekoverschot
Slide 19 - Quizvraag
Mexico ligt ......
A
Links
B
rechts
Slide 20 - Quizvraag
Welk antwoord is GEEN pushfactor voor de stad Ciudad Juarez?
A
het klimaat
B
het ontstaan van krottenwijken
C
milieuvervuiling
D
goedkope arbeidskrachten
Slide 21 - Quizvraag
Zet de volgende vier zinnen in de goede volgorde:
1 De Amerikaanse maïs is goedkoper dan de Mexicaanse maïs.
2 Veel boeren verlaten hun land en trekken naar de stad.
3 De Mexicaanse boeren hebben nu een probleem, omdat hun maïs duurder is dan de Amerikaanse maïs.
4 In 1994 maakten de VS een afspraak met Mexico dat ze maïs mochten verkopen in Mexico zonder invoerheffing.
1 De Amerikaanse maïs is goedkoper dan de Mexicaanse maïs.
2 Veel boeren verlaten hun land en trekken naar de stad.
3 De Mexicaanse boeren hebben nu een probleem, omdat hun maïs duurder is dan de Amerikaanse maïs.
4 In 1994 maakten de VS een afspraak met Mexico dat ze maïs mochten verkopen in Mexico zonder invoerheffing.
A
2, 4, 1, 3
B
3, 1, 4, 2
C
4, 1, 3, 2
D
1, 3, 2, 4
Slide 22 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met global shift?
A
A. Het verschuiven van Het economisch zwaartepunt in de wereld.
B
Het verschuiven van het militaire zwaartepunt in de wereld.
C
Het verschuiven van de de vrijemarkteconomie in de wereld.
D
Het verschuiven van de periferie van Europa naar Azië
Slide 23 - Quizvraag
Global shift is een gevolg van...
A
De afname van de economische groei in Noord-Amerika .
B
De economische groei van de BRICS-landen en de NIC-landen.
C
De economische wereldcrisis in de jaren '80.
D
De stabilisatie van de economische groei van Europa.
Slide 24 - Quizvraag
Global shift gebeurt van..
A
periferie -> centrum
B
(semi)periferie -> centrum
C
Centrum -> (semi)periferie
D
Semi-periferie -> periferie
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent selectieve migratie?
A
Het migreren van een bevolking
B
Het migreren van een grotere bevolkingsgroep
C
Het migreren van een bepaalde bevolkingsgroep
D
Het migreren van allerlei verschillende bevolkingsgroepen.
Slide 26 - Quizvraag
Het grensgebied in Mexico heeft
A
een jonge leeftijdsopbouw
B
last van vergrijzing
C
een goede samenhang tussen oud en jong
Slide 27 - Quizvraag
wat is niet juist over het grensgebied?
A
Er komt veel criminaliteit voor
B
er is veel werk in de industrie
C
Er zijn maquiladora's te vinden
D
er is weinig aandacht voor dit gebied
Slide 28 - Quizvraag
Het grensgebied was lange tijd
A
een oninteressant woestijngebied
B
een welvarend stedelijk gebied
C
een vruchtbaar akkerland
Slide 29 - Quizvraag
Wat is internationale arbeidsverdeling,
A
Producten worden zo dichtbij mogelijk gemaakt
B
Producten worden gemaakt waar ze dit het beste kunnen
C
Producten worden gemaakt waar ze dit het goedkoopste kunnen
D
Dit komt door nieuwe technologieën.
Slide 30 - Quizvraag
Onder internationale arbeidsverdeling wordt verstaan
A
ontwikkeling en productie in rijke landen, afzet in armere landen
B
ontwikkeling en productie in arme landen, afzet in rijke landen
C
ontwikkeling en afzet in rijke landen en productie in arme landen
Slide 31 - Quizvraag
Een gevolg van internationale arbeidsverdeling is dat …
A
arbeidsintensief werk vooral in lage lonenlanden wordt gedaan.
B
robots steeds meer werk van de mens overnemen.
C
producten steeds vaker op één plek worden geproduceerd.
