klas 1 bs 6 en 7 Overige eencellige eukaryoten en verdere indeling

Thema 4 Ordening
B6 Overige eencellige eukaryoten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Ordening
B6 Overige eencellige eukaryoten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel


Je kunt kenmerken van eencellige eukaryoten opnoemen die niet ingedeeld worden bij de planten, dieren of schimmels.


Slide 2 - Tekstslide

In basisstof 5 hebben jullie geleerd dat mensen een ...... skelet hebben, ofwel een geraamte hebben.
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 3 - Quizvraag

Waar hoort deze plant bij binnen de ordening?
A
Naaktzadigen
B
Bedektzadigen
C
bomen
D
landplanten

Slide 4 - Quizvraag

In welke drie rijken worden de eukaryoten verdeeld?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 5 - Quizvraag

B6 overige eencellige eukaryoten

Slide 6 - Tekstslide

leerdoelen.
-Je moet kenmerken van eencellige eukaryoten kunnen noemen die niet ingedeeld worden bij de planten, dieren of schimmels. (basisstof 6)


Slide 7 - Tekstslide

sommige eukaryoten eencellige cellen hebben verschillende kenmerken zodat we ze niet kunnen indelen bij planten, schimmels en dieren.

voorbeelden : amoebe en pantoffeldiertje

Slide 8 - Tekstslide

amoebe
een amoebe heeft een celmembraam en een celkern. Hij is een soort eencellige dier.

de amoebe beweegt door het cytoplasma te verplaatsen in zijn schijnvoetje. de inhoudt van de amoebe verplaats zich zo.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

pantoffeldiertje
ook het pantoffeldiertje heeft een celmembraam en een celkern. dit is ook een eencellige dier.

aan de buitenkant van het pantoffeldiertje zitten trilharen. Deze trillen door de vloeistof heen en zo beweegt hij.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Deze eencellige is...
A
Veelzijdig symmetrisch
B
Enkelvoudig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 13 - Quizvraag

Welke eencellige eukaryoot heeft trilharen?
A
Amoebe
B
Pantoffeldiertje

Slide 14 - Quizvraag

Coccen zijn eencellige organismen zonder celkern.

Tot welke groep behoren coccen?
A
Dieren
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Planten

Slide 15 - Quizvraag

BS 7 indelen in steeds kleinere groepen

Slide 16 - Tekstslide

Thema 4 bs 7 Indelen in steeds kleinere groepen
Je moet de groepen kunnen noemen die ontstaan bij de
verdere indeling van een stam en daarbij organismen
kunnen indelen in een vertakkingsschema.

Slide 17 - Tekstslide

Ordening
Verwantschap neemt toe naarmate we lager zitten.

Slide 18 - Tekstslide

Ordening
Ordenen op genetische verwantschap =taxonomie 

Vroeger alleen op basis van anatomie (bouw)

Tegenwoordig? 
  • DNA / RNA   (uit kern, mitochondrien, ribosomen)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Ordening
organismen worden ingedeeld in steeds kleinere groepen 

De volgorde hiervan moet je uit je hoofd leren.
Ezelsbruggetje....

Slide 21 - Tekstslide

Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van 2 soorten geleefd heeft, hoe minder verwantschap.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
L en m bs 7

Slide 24 - Tekstslide