In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Procenten rekenen als een pro!
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je een procent som moet uitrekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al over het rekenen met procenten?
Slide 3 - Woordweb
Wat zijn procenten?
Procenten zijn een manier om een deel van een geheel uit te drukken als een percentage van 100.
Slide 4 - Tekstslide
Procenten als breuken en decimalen
Een percentage kan worden omgezet in een breuk of decimaal. Bijvoorbeeld: 50% = 1/2 = 0,5.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe reken je procenten uit?
Om een percentage van een getal te berekenen, vermenigvuldig je het getal met het percentage als decimaal of breuk. Bijvoorbeeld: 20% van 50 = 0,2 x 50 = 10.
Slide 6 - Tekstslide
Het vinden van het percentage
Om het percentage van een getal te vinden, deel je het deel door het geheel en vermenigvuldig je vervolgens met 100. Bijvoorbeeld: 25 is 20% van wat? 25 / 0,2 = 125.
Slide 7 - Tekstslide
Procentuele veranderingen
Procentuele veranderingen worden gebruikt om te laten zien hoeveel een waarde is veranderd in vergelijking met de oorspronkelijke waarde. Bijvoorbeeld: als een prijs van €100 naar €120 gaat, is dit een stijging van 20%.
Slide 8 - Tekstslide
Procentuele toename
Een procentuele toename laat zien hoeveel een waarde is gestegen in vergelijking met de oorspronkelijke waarde. Bijvoorbeeld: als een prijs van €100 naar €120 gaat, is dit een stijging van 20%.
Slide 9 - Tekstslide
Procentuele afname
Een procentuele afname laat zien hoeveel een waarde is gedaald in vergelijking met de oorspronkelijke waarde. Bijvoorbeeld: als een prijs van €120 naar €100 gaat, is dit een daling van 16,7%.
Slide 10 - Tekstslide
Rekenen met korting
Korting wordt vaak uitgedrukt als een percentage. Om de korting te berekenen, vermenigvuldig je het bedrag met het percentage korting als decimaal. Bijvoorbeeld: 10% korting op €50 = 0,1 x €50 = €5.
Slide 11 - Tekstslide
Rekenen met BTW
BTW wordt vaak uitgedrukt als een percentage. Om de BTW te berekenen, vermenigvuldig je het bedrag met het percentage BTW als decimaal. Bijvoorbeeld: 21% BTW op €50 = 0,21 x €50 = €10,50.
Slide 12 - Tekstslide
Gemengde oefeningen
Laat de leerlingen oefenen met het uitrekenen van procenten, procentuele veranderingen, korting en BTW.
Slide 13 - Tekstslide
Toepassingen
Laat de leerlingen zien hoe procenten worden gebruikt in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij het berekenen van rente op een lening of het bepalen van de winst op een verkoop.
Slide 14 - Tekstslide
Vragen
Zijn er nog vragen over het rekenen met procenten?
Slide 15 - Tekstslide
Quiz
Laat de leerlingen hun kennis testen met een quiz over het rekenen met procenten.
Slide 16 - Tekstslide
Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Slide 17 - Tekstslide
Evaluatie
Laat de leerlingen evalueren wat ze hebben geleerd en hoe ze de les hebben ervaren.
Slide 18 - Tekstslide
Afsluiting
Bedank de leerlingen voor hun deelname en moeite.
Slide 19 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 20 - Open vraag
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 21 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.