Bezittelijk voornaamwoord

bezittelijke voornaamwoorden
Ik zoek ......................bril.
Hij pakt ..........  pen                                 mijn      jouw      onze   jullie                                                                                                     hun        zijn
Zij luisteren naar  ................moeder 
Jij moet ......... boek pakken
Jullie gaan naar ................huis
.Wij vinden.............tuin  mooi.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

bezittelijke voornaamwoorden
Ik zoek ......................bril.
Hij pakt ..........  pen                                 mijn      jouw      onze   jullie                                                                                                     hun        zijn
Zij luisteren naar  ................moeder 
Jij moet ......... boek pakken
Jullie gaan naar ................huis
.Wij vinden.............tuin  mooi.

Slide 1 - Tekstslide

Geef .............. jassen maar aan mij, dan hang ik ze voor jullie op.
A
jullie
B
ons
C
onze
D
haar

Slide 2 - Quizvraag

Ik heb een broer. Hij is ......... broer.
A
mijn
B
jullie
C
jouw
D
zijn

Slide 3 - Quizvraag

Mijn vader is morgen jarig. Kom je naar ........ verjaardag?
A
mijn
B
jullie
C
jouw
D
zijn

Slide 4 - Quizvraag

...... haar zit erg mooi! Hoe heb jij dat gedaan?
A
mijn
B
jullie
C
jouw
D
zijn

Slide 5 - Quizvraag

Vieren jij en Idil een feest? Ik kom graag naar ....... feest!
A
mijn
B
jullie
C
jouw
D
zijn

Slide 6 - Quizvraag

....... ouders zijn morgen 15 jaar getrouwd, daarom heb ik morgen feest!
A
mijn
B
jullie
C
jouw
D
zijn

Slide 7 - Quizvraag

Wij zitten in de klas op het ISK.
........ klas (de) is erg gezellig!
A
jullie
B
ons
C
onze
D
haar

Slide 8 - Quizvraag

Wij hebben een mooi huis.
........ huis (het) is prachtig!
A
jullie
B
ons
C
onze
D
haar

Slide 9 - Quizvraag

Eva maakt thuis huiswerk.
Morgen neemt ze ..... huiswerk weer mee naar school.
A
jullie
B
ons
C
onze
D
haar

Slide 10 - Quizvraag