2HVd VI Leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom 2HVa

Taalvoutje

Zie je de fout hiernaast? 

Hoe zou jij de zin hiernaast corrigeren?

In de krant...

... vraagt een gezin om een oppas.

Gezin in Naarden zoekt een actieve oppas voor onze zoon en onze pup die ook ons huishouden draaiende houdt (Naarder koerier)

In de krant...

“Een actieve oppas voor onze pup die ook ons huishouden draaiende houdt”?

Dit kan twee dingen betekenen. Welke?

planning

• Songbook - welke song en waarom?
• Leesvaardigheid: toetsvragen
• leesvaardigheid: korte check

lesdoel

• je weet alle theorie van leesvaardigheid en hebt er mee geoefend
• je hebt zelf nagedacht over toetsen van leesvaardigheid

het Nederlands songbook

Ik geef het woord aan: 

Louie en Jip

Waarom moet dit nummer een plekje krijgen in ons songbook?

Aan de slag

terugblik theorie leesvaardigheid

opbouw - functie per deel - verbanden - publiek - tekstdoelen

vragen uit de klas

Aan de slag

Bron: Brabants Dagblad, 16 oktober 2023

1605 woorden

Bijzondere krantentekst waarin de schrijfster Ellen van Gaalen aan de ene kant vertelt dat healthfluencers het aantal abortussen laten toenemen, terwijl ze bij bescherming tegen de zon de kant van die healthfluencers lijkt te kiezen door hun het laatste woord te geven.

https://www.bruuttaal.nl/files/Ee%CC%81n-keer-geen-condoom-en-het-was-raak-Krant.pdf

Aan de slag

https://www.bruuttaal.nl/leraar/lezen/de-verdieping-leesvoer-junior

voor het lezen: wie volgt welke influencers? 

na het lezen: 1. Ieder voor zich: betrouwbare bronnen

2. peilingen, eens of oneens:

- Om niet zwanger te raken kun je vertrouwen op een natuurlijke hormoonvrije anticonceptiemethode, zonder de pil.

- Je zonnebril afzetten is goed voor je.

korte check

Het tekstdoel waarbij je de lezer wilt overhalen, noemen we

1. overtuigen
2. informeren
3. activeren
4. amuseren

In een tekst waar argumenten staan, is het leesdoel

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

In een tekst waar de schrijver de lezer iets wil uitleggen of wil leren, is het tekstdoel

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Leesdoelen

- informeren  

- activeren

- overtuigen

- amuseren

De kenmerken die horen bij het onderwerp van een tekst, zijn:

1. een woord of paar woorden
2. een hele zin
3. vinden met orienterend lezen
4. staat meestal in het slot van de tekst

Juist of onjuist?
De hoofdgedachte is datgene wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen.

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
De hoofdgedachte is altijd een hele zin

1. juist
2. onjuist

Het onderwerp is wat de schrijver over de tekst wil zeggen

1. juist
2. onjuist

samengevat

onderwerp	hoofdgedachte
vinden met orienterend lezen	vinden met nauwkeurig lezen
een woord of paar woorden	een hele zin let op: geen vraagzin!
waar de tekst over gaat	wat de schrijver over het onderwerp wil vertellen
meestal eerste vraag in een toets	meestal laatste vraag in een toets

De kernzin is de belangrijkste zin van de alinea

1. juist
2. onjuist

De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin van de alinea.

1. juist
2. onjuist

Kernzin, hoofd- en bijzaken

Hoofdzaken: 

belangrijkste zaken in een tekst

vind je op voorkeursplaatsen (inleiding/slot)

Staat vaak in kernzin van een alinea. 

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  

(figuurlijk taalgebruik)

Bedankt en tot de volgende les