Les 8 verdienen en uitgeven

welkom
Les 8
verdienen en uitgeven 
H1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

welkom
Les 8
verdienen en uitgeven 
H1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lesdoelen bespreken
Uitleg 
Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:

  • De kenmerken van een hoogconjunctuur benoemen.
  • De kenmerken van een laagconjunctuur benoemen. 
  • Uitleggen hoe sommige effecten elkaar versterken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

kenmerken hoogconjunctuur

Slide 5 - Tekstslide


                 Hoogconjunctuur
  
      Hoogconjunctuur





                                                             Laagconjunctuur
                                                                                = gemiddeld

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Consumentenvertrouwen --> hoogconjunctuur
1) Leg uit dat een gestegen consumentenvertrouwen de oorzaak van een hoogconjunctuur kan zijn.

2) Leg uit dat een gestegen consumentenvertrouwen het gevolg van een hoogconjunctuur kan zijn.

Slide 9 - Tekstslide

kenmerken laagconjunctuur

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen laagconjunctuur: werkloosheid

In een laagconjunctuur is er weinig vraag naar goederen, dus ............................................................, met als gevolg weinig ............................................................ en dus hoge

............................................


 

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen laagconjunctuur: werkloosheid

In een laagconjunctuur is er weinig vraag naar goederen, dus weinig productie, met als gevolg weinig werkgelegenheid en dus hoge werkloosheid.


 

Slide 12 - Tekstslide

Overheidsfinanciën in laagconjunctuur

De overheidsfinanciën verslechteren in een laagconjunctuur. De inkomsten dalen vanwege de daling van de ................................................................................  doordat BBP daalt.

De uitgaven stijgen vanwege de stijging van de ........................................ en .............................................., omdat het inkomen daalt en het aantal werklozen stijgt.

Slide 13 - Tekstslide

Overheidsfinanciën in laagconjunctuur

De overheidsfinanciën verslechteren in een laagconjunctuur. De inkomsten dalen vanwege de daling van de belastinginkomsten doordat BBP daalt.

De uitgaven stijgen vanwege de stijging van de uitkeringen en subsidies, omdat het inkomen daalt en het aantal werklozen stijgt.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide