Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica zinsdelen onderwerp
Grammatica zinsdelen
onderwerp
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica zinsdelen
onderwerp
Slide 1 - Tekstslide
Grammatica zinsdelen
Het onderwerp
Lesdoelen
1. Je weet wat een onderwerp van een zin is.
2. Je kent twee manieren om het onderwerp te vinden in een zin.
3. Je weet dat de persoonsvorm en het onderwerp bij elkaar horen.
4. Je kunt het onderwerp vinden in een zin.
Slide 2 - Tekstslide
De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord
Slide 3 - Quizvraag
Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?
(er zijn meerdere antwoorden goed!)
A
Maak van enkelvoud meervoud of andersom, het werkwoord dat verandert = persoonsvorm
B
Maak van enkelvoud meervoud of andersom, het woord dat verandert = persoonsvorm
C
Maak van tegenwoordige tijd verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert = persoonsvorm
D
Maak de zin vragend. Het eerste woord in de vraagzin = persoonsvorm
Slide 4 - Quizvraag
Hoe vaak kijk jij naar Netflix?
Wat is de persoonsvorm?
Slide 5 - Open vraag
Het onderwerp (o
w)
:
- geeft aan
wie
of
wat
iets doet in de zin.
- is een
mens
, dier, ding, plant of eigennaam of het verwijst naar een mens, dier, ding, plant of eigennaam.
- heeft
ALTIJD
hetzelfde getal als de persoonsvorm. Ze staan dus allebei in het enkelvoud OF allebei in het meervoud.
- begint nooit met een voorzetsel.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe vind je het onderwerp (o
w)
?
1. Verander de persoonsvorm van getal. (van
enkelvoud
maak je dus meervoud of
andersom
)
Het woord dat mee moet veranderen, is het onderwerp
2. Stel de vraag wie of wat + persoonsvorm?
Het antwoord op deze vraag is het onderwerp
Slide 7 - Tekstslide
de machines
Kan dit het onderwerp van een zin zijn?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
wie
Kan dit het onderwerp van een zin zijn?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Na school gingen de leerlingen naar huis.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Gelukkig ruimde Sjoerd zijn spullen meteen op.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Welk deel van de stad werd door de orkaan verwoest?
Slide 12 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Tijdens het eten las mijn vader de krant voor.
Slide 13 - Open vraag
persoonsvorm (pv)
onderwerp (ow)
eet
Piet
vallen
de stoel
de hond
sliep
de rozen
bloeide
Slide 14 - Sleepvraag
Maak werkdoelen grammatica onderwerp
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica zinsdelen onderwerp
December 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen onderwerp
September 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen onderwerp
April 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen onderwerp_talent
November 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Onderwerp (16 maart)
Februari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
1H2 woensdag 16 november tweede les
November 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen onderwerp
Februari 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen onderwerp
Oktober 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1