Meervoud zelfstandige naamwoorden

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Welkom!

Telefoon in de telefoontas
Zitten volgens plattegrond
Spullen op je tafel --> Laptop dicht
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Welkom!

Telefoon in de telefoontas
Zitten volgens plattegrond
Spullen op je tafel --> Laptop dicht

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud

Lesdoel
Nakijken werkblad
Uitleg meervoud zelfstandig naamwoorden
Oefenen
Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les kun je de meervoudsvorm van zelfstandig naamwoorden correct schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken
Pak je werkblad erbij.

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud zn deel 1/4
Normaal gesproken krijgt het meervoud van een zn -en of -s.
--> ruit - ruiten, paard - paarden, drempel - drempels.
Soms moet dit woord iets aangepast worden.
--> glas - glazen, bak - bakken.

Dit is een kwestie van uit je hoofd leren.
Er zijn wel veel speciale regels (slides 2-4).

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud zn deel 2/4
Je schrijft -'s achter het enkelvoud als het zn eindigt op een lange klank die je met één klinker schrijft.
---> opa - opa's, piano - piano's, paraplu - paraplu's
Je schrijft -s achter het enkelvoud als het zn eindigt op een lange klank die je met meerdere klinkers of een accent schrijft.
--> shampoo - shampoos, café - cafés

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud zn deel 3/4
Is de laatste klank van een zn /ie/ en ligt daar de nadruk op? Dan eindigt het meervoud op -ieën.
--> knie - knieën, melodie - melodieën
Is de laatste klank van een zn /ie/ maar ligt de nadruk daar niet op? Dan eindigt het meervoud op -iën.
--> bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën.
Zn die eindigen op -ee krijgen -eeën (zee - zeeën).

Slide 7 - Tekstslide

Meervoud zn deel 4/4
Woorden uit het Latijn die eindigen op -um krijgen -(e)a of -s.
--> Museum - musea/museums, datum - data/datums.
Woorden die eindigen op -icus krijgen -ici.
--> Politicus - politici, academicus - academici.

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk voor maandag: 
Paragraaf 2.9 opdracht 6, 8 en 10 (blz. 125-127)

+ paragraaf 3.9 opdracht 6, 7 en 11. (blz. 190-191)
Meenemen: Talent boek A & boek B, laptop, pen en schrift.

Morgen: Boek gelezen t.m. blz. 60 en deadline leesautobiografie.






Slide 10 - Tekstslide