Je gaat bijvoorbeeld minder eten,
maaltijden overslaan, bepaald voedsel niet langer nemen, lijnen, vasten, voedsel- en vocht weigeren, langzaam eten, fake eten, eten kauwen maar weer uitspugen, voedsel weggooien, eetlust onderdrukken door bijvoorbeeld overmatig veel te drinken of mondwater te gebruiken, eten erg klein snijden of dwangmatig rangschikken op het bord.
Ook komt misbruik voor van laxeermiddelen, plaspillen, klysma’s, eetlustremmers, dieetpreparaten, afslankthee, afslankcrèmes, sigaretten en drugs.