1.7 Voedsel: productie, handel en consumptie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Paragraaf 1.7

Voedsel: productie, handel en consumptie

Historisch: relatie voedselproductie en bevolkingsdichtheid: waar de bodem vruchtbaar was ging men wonen

Tegenwoordig: verband minder groot. Waarom? --> antwoord op volgende slide

Waarom is tegenwoordig het verband tussen bevolkingsdichtheid en vruchtbaarheid van de bodem kleiner?

Onderscheid:

Voedselgewassen - in land verbouwd en verbruikt

Handelsgewassen - speciaal voor land geteeld

Voedselprijzen stijgen: als vraag > aanbod = consumptie > productie

Grote regionale verschillen

Interactietheorie Ullman

1. Complementariteit
2. Transporteerbaarheid
3. Geen tussenliggende mogelijkheden

 

Theorie van Ullman

Voor handel in voedsel zijn er 3 voorwaarden:

1. Complementariteit: vraag-aanbod: het ene land heeft iets dat het andere land wil hebben

2. Transporteerbaarheid: relatieve afstand: wie kan het snelst, goedkoopst, makkelijkst transporteren

3. Geen tussenliggende mogelijkheden: dichtstbij bereikbaar: geen tussenliggende mogelijkheden voor dezelfde kwaliteit/prijs

Interactie theorie van Ullman

Tot stand komen handel en voedsel, 3 voorwaarden Ullman.

1. Complementariteit: Japan produceert te weinig rijst, Thailand juist veel

2. Transporteerbaarheid.

Vervoer is eenvoudig/goedkoop: relatieve afstand is gering.

3. Geen tussenliggende mogelijkheden: voor dezelfde kwaliteit en prijs. 

Voedselcrisis: waarom stijgen de voedselprijzen?

Gevolg: twee soorten honger.

Kwalitatief en kwantitatief

Twee valkuilen voor zeer arme landen waar exportlandbouw opkomt:

• Minder grond beschikbaar voor voedsellandbouw
• Traditionele landbouw kan de concurrentie met veel hogere productiviteit per hectare en per persoon van exportlandbouw niet aan.

Comparatieve voordelen

Elk land heeft wel unieke kenmerken die een voordeel bieden ten opzichte van een ander land

Bijvoorbeeld:

1. Laag loon

2. Geen arbeidswetgeving

3. Geschikt klimaat

Etc..

Wat is kwalitatieve honger

1. De hoeveelheid
2. Tekort aan voedingstoffen
3. Teveel aan voedingstoffen
4. Alle 3 hetzelfde

Door de Brexit is het VK uit de EU gestapt. Welk onderdeel uit de interactietheorie van Ullman is door de dichte grenzen veranderd?

1. complementariteit
2. transporteerbaarheid
3. tussenliggende mogelijkheden
4. geen van bovenstaande antwoorden

Twee beweringen
1. Handelsgewassen zijn altijd voedselgewassen
2. Handelsgewassen hebben te maken met een geglobaliseerde landbouw

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 2 is juist, 1 onjuist

Als ergens een groot gebergte is zonder goede infrastructuur beïnvloedt dat de

1. complementariteit
2. transporteerbaarheid
3. tussenliggende mogelijkheden

Wat zijn voedselgewassen?

1. Producten die bestemd zijn voor export
2. Producten die bestemd zijn voor het vee
3. Producten die bestemd zijn voor de boeren
4. Producten die bestemd zijn voor eigen gebruik

Welke onderdeel hoort niet bij de transportheorie van Ullman?

1. Complementariteit
2. Transporteerbaarheid
3. Tussenliggende mogelijkheden
4. Betaalbaarheid

Welke factor van Ullman is veranderd, waardoor delen van bedrijven verplaatsten naar Zuidoost-Azië

1. Complementariteit
2. Transporteerbaarheid
3. Tussenliggende mogelijkheden

De meeste arme boeren in Nigeria verbouwen vooral (1) handelsgewassen / voedselgewassen.
Vaak durven ze niet over te schakelen op commerciële landbouw uit vrees voor de (2) exportsubsidies / importsubsidies van de rijke landen.

Wat hoort bij de cijfers 1 en 2 te staan?

1. 1. handelsgewassen, 2. exportsubsidies
2. 1. handelsgewassen, 2. importsubsidies
3. 1. voedselgewassen, 2. exportsubsidies
4. 1. voedselgewassen, 2. importsubsidies.