1. Chronologisch (tijd) -
eerst, later, vervolgens, volgende week, in 2022, ...2. Opsommend - ten eerste, daarnaast, ook, en, bovendien, ...
3. Tegenstellend - maar, toch, echter, desalniettemin, ...
4. Toelichtend (voorbeeld) - zo, zoals, neem nou, denk aan, bijvoorbeeld, ...
5. Concluderend - dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, ...
6. Redengevend - omdat, daarom, dus, want, de reden daarvoor is, ...
7. Oorzakelijk - doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, ...
8. Doel-middel - om ... te, met als doel, opdat, zodat, door middel van, ...
9. Vergelijkend - in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, ...
10. Samenvattend - kortom, samengevat, met andere woorden, al met al, ...